Met de verkiezingen voor de deur komen er de laatste tijd voorzichtig steeds meer (concept-) verkiezingsprogramma's binnendruppelen. Na de anti-auto campagne van PvdA/GroenLinks en de boeteverhogingen van de VVD heeft de PVV uiteengezet hoe Nederland de mobiliteitsproblematiek aan moet pakken. Zoals je mag verwachten staan Geert Wilders en co op alle vlakken lijnrecht tegenover de standpunten van de huidige zombie-regering.
Elektrische transitie
In tegenstelling tot kabinet Rutte IV ziet de PVV niets in het forceren van een volledig elektrische wagenpark. Het verbod op de verkoop van auto's met verbrandingsmotoren dat in 2035 in zal gaan wil de partij dan ook gaan schrappen.
Daarbij moet de brandstof die er dan verbruikt zal moeten worden een stuk goedkoper worden. De accijnzen - de per 1 januari 2024 opnieuw omhoog gaan - moeten weer teruggebracht worden naar een houdbaar niveau.
Dat geeft de Nederlander bovendien het budget om lekker 140 kilometer per uur te rijden op de in opdracht van de PVV aangelegde extra wegen. De hetze tegen 'vieze' benzine en dieselauto's in de vorm van milieuzones moet ook gaan verdwijnen.
Geen rekeningrijden
De plannen van het vorige kabinet voor Betalen naar Gebruik - alias rekeningrijden - kunnen volgens de PVV meteen de prullenbak in. Het huidige wegenbelastingssysteem moet behouden blijven omdat het de overheid minder mogelijkheden tot het uitoefenen van controle geeft. Autorijden geeft immers een gevoel van vrijheid die 'van de mensen nooit zal mogen worden afgepakt'.
Luxeproduct
De PVV wil kortom de auto bereikbaar maken en houden voor zoveel mogelijk Nederlanders. Volgens de partij was het demissionaire kabinet juist bezig om er een exclusief luxeproduct van te maken. Door extreme BPM, hoge accijnzen en laadkosten en het aanprijzen van peperdure EV's worden veel Nederlanders buiten spel gezet. De PVV zal naar eigen zeggen proberen daar een paar stokjes voor te steken.
- NL Beeld / Regiofotografie, NL Beeld / DCI Media, NL Beeld / Patrick van Emst