Lamborghini Miura (1966)
Op 25-jarige leeftijd klopte Gandini aan bij het gerenommeerde ontwerphuis van Nuccio Bertone. Slechts drie jaar later leverde hij met de Lamborghini Miura meteen een meesterwerk af. De wulpse vormen van de eerste echter supercar ooit maakten van de auto meteen een icoon.
Na de stijlvolle, maar weinig spectuculaire 350 GT getekend door Carrozzeria Touring zette Gandini met de Miura Lamborghini voorgoed op de kaart als hét merk van excessen. De spirit van de vechtstier met dwargesplaatste middenmotor is nog altijd aanwezig.
Alfa Romeo 33 Carabo (1968)
Twee jaar na het schetsen van de Miura sloeg Gandini een compleet andere richting in met een futuristische concept car voor Alfa Romeo. De sensuele ronde vormen van de Lamborghini werden vervangen door scherpe hoeken, een extreem laag silhouet en een agressieve wigvorm.
De Carabo stond op het chassis van de 33 racewagen, maar leek uit een ander millennium te komen. De Alfa werd een voorbode voor wat het handelsmerk van signore Gandini zou worden. Naast de wigvorm introduceerde de Carabo namelijk ook de verticaal openende deuren die bij Lamborghini een begrip zouden worden.
Alfa Romeo Montreal (1970)
De Carabo toonde aan waar Gandini heen wilde, maar de Montreal was duidelijk een product van waar hij op dat moment was. Gandini combineerde klassieke GT-proporties met opvallende en agressieve details, zoals de luchtinlaten bij de b-stijlen en de aparte gedeeltelijke afdekking van de koplampen.
Ondanks de enorme verschillen had de Montreal toch iets gemeen met de Carabo: onder de kap zat namelijk een aangepaste versie van de 2,6 liter V8 uit de 33. De bijzonder bolide werd geen verkooptopper, maar maakte op visueel vlak zeker een impact.
Lamborghini Countach LP500 (1971)
De voorzet gegeven door de Carabo (en de Lancia Stratos Zero) werd in 1971 omgezet naar een serieuze productiewagen. Voor Lamborghini kwam Gandini namelijk met een radicale opvolger van de Miura. De sexy sixties-lijnen maakten plaats voor nog hardere hoeken en een nog extremere wigvorm dan zijn voorgangers.
Helaas konden de simpele, elegante lijnen van de LP500 niet behouden blijven voor de daadwerkelijke productieversie. De forse V12 smeekte namelijk om meer koele lucht, waardoor er grote luchthappers geplaatst moesten worden. Door de toevoeging van bredere banden en spatborden en de nodige spoilers werd de subtiele LP500 uiteindelijk omgebogen naar de bijzondere foute (en toch ook lekkere) LP5000.
BMW E12 5-serie (1972)
Tussen al die prachtige Italiaanse exoten door deed Marcello Gandini het ook wel eens rustig aan. Zo tekende hij bijvoorbeeld de Audi 50, wat zes weken later de originele Volkswagen Polo werd. Twee jaar eerder ging hij aan de slag voor BMW.
Het resultaat was de elegante, statige E12, beter bekend als de allereerste 5-serie. Het model was een subtielere versie van de 2200TI Garmisch concept car uit 1970, een auto die wat betreft de grill akelig veel doet denken aan de huidige M4.
Met de E12 weekte BMW zich los van de succesvolle Neue Klasse en werd een nieuwe tijdperk ingeluid. Zo vormde de E12 de basis voor het eerste echte M-model naast de M1-supercar. In 1980 verscheen namelijk de M535i. De rest is geschiedenis.
Lancia Stratos (1972)
Na een serie supercars voor de straat waagde Gandini zich aan een voor keiharde gravelstages. Hij kreeg namelijk de eer om de eerste te zijn die een rallywagen vanaf de grond af aan mocht ontwerpen. Gandini leverde een bijzonder kleine, wigvormige bolide af met zeer korte overhangen en een rond lopende raampartij. Je keek in de Stratos immers net zo vaak uit de zijruiten als de voorruit.
Gandini's concept bleek bijzonder succesvol. Geholpen door een Ferrari Dino V6 haalde de Stratos van 1974 tot 1976 uiteindelijk drie WRC-titels op rij naar binnen. De auto bleef zelfs tot in de vroege jaren '80 competitief. Franse coureur Bernard Darniche gaf de auto in 1981 zijn laatste WRC-overwinning bij de Tour de Corse.
Maserati Khamsin (1974)
Met de Khamsin paste Gandini voor het eerst zijn wigvorm-formule toe op een traditionele GT met de motor voorin. Op het eerste gezicht lijkt dat een onmogelijk opgave, maar uiteraard speelde Gandini het klaar.
Het meest opvallende element van de auto was echter de glazen staart met 'zwevende' achterlichten. Die karakteristieke look werd voor de Amerikaanse markt helaas grondig verpest vanwege de verplichting om de lichten op een 'vast paneel' te moeten bevestigen. De lampen werden daardoor onder een enorme rubberen bumper gemonteerd.
Renault 5 Turbo (1980)
De Stratos was de eerste auto die puur en alleen getekend was voor de WRC. Met de Renault 5 Turbo mocht Gandini ook werken aan de tweede. Ondanks het vergelijkbare uiterlijk was de R5T immers een compleet andere auto dan het standaard model.
Gandini droeg de verantwoordelijkheid voor het tekenen van de heftig verbrede spatborden, spoiler en agressieve voorbumper. Dat leverde met name van achteren gezien een heerlijke stance op. De kleine Renault kon helaas de successen van de Stratos niet evenaren.
Kort na zijn debuut in 1981 schakelde de FIA namelijk over naar de Group B-reglementen, waardoor de R5 vrijwel meteen achterhaald was. Ondanks meerdere update kon de auto niet verder komen dan vier overwinningen in zes seizoenen.
Cizeta-Moroder V16T (1988)
Het laatste echt spectaculaire Gandini-ontwerp begon zijn leven als een Lamborghini. Gandini had de wagen geschetst als opvolger voor de verouderde Countach, maar werd vervolgens dwarsgezeten door Lamborghini's nieuwe eigenaar Chrysler. De Amerikanen wilden een minder agressieve look en begonnen vervolgens zelf aan het lijnenspel te sleutelen.
Gandini was diep beledigd door Chrysler's bemoeienis en verliet het project vol walging. Het ontwerp voor de Countach-opvolger bleef onaangeraakt, tot voormalig Lamborghini-ingenieur Claudio Zampolli contact opnam. Zampolli werkte op dat moment aan een extreem supercar met de steun van autogekke muziekgod Gorgio Moroder. Het Cizeta-Moroder project gaf Gandini de kans zijn auto alsnog te realiseren.
In eerste instantie werd het ontwerp voor de 'Diablo' in ongewijzigde vorm overgenomen, maar Zampolli was ontevreden met de staart van de auto. De ingenieur bracht daarop de nodige wijzigingen aan, onder meer om de exotische dwarsgeplaatste V16 van meer lucht te voorzien.
Door vertragingen in het productieproces werd Moroder het project uiteindelijk zat, waardoor hij zijn steun terugtrok. Vanwege de recessie van de vroege jaren '90 werd de V16T bovendien zo goed als onverkoopbaar. Slechts 13 exemplaren verlieten de fabriek, waaronder een open TTJ Spyder.
- Lamborghini, Stellantis Media, BMW, Maserati, Renault, RM Sotheby's