Sinds de Grand Prix van Miami is Lando Norris een vast gezicht in de voorhoede van elke race. Vrijwel ieder weekend kan hij de strijd aangaan met Max Verstappen voor de winst. Dat bleek ook weer vorige race in Hongarije, toen Norris voor Verstappen bleef en nooit echt in gevaar kwam.
Het lastige voor Norris was toen dat zijn teamgenoot op koers lag om de race te winnen totdat Norris zelf de leiding greep. In de chaotische tweede helft van de race bevond McLaren zich ineens in een situatie waarin het team harde keuzes moest maken. Laten we de winst aan Piastri, die hem eigenlijk verdient? Of laten we de winst aan Norris, die de winst net zo goed verdient en de punten harder nodig heeft?
‘Ik moet het nog steeds verdienen’
Volgens Norris is het antwoord heel simpel. “Ik moet het nog steeds verdienen”, vertelt hij aan de media op het Circuit Spa-Francorchamps. “Ik moet nog steeds sneller rijden dan de anderen. Dat verandert niet. Ik zou niet weten waarom je mij nu ineens voor zou moeten trekken. Alsof ik nu ineens een kans maak. Ik heb het hele seizoen al kansen en we zijn pas halverwege. Misschien dat we later in het seizoen dit soort keuzes maken, maar dat moment moet nog komen.”
Piastri was het roerend met zijn teamgenoot eens. “Het is nog vroeg in het seizoen. Ik lig ver achter in het kampioenschap, maar ik ben ook nog niet uitgeschakeld. Ik heb ook weer niet zoveel races nodig om in dezelfde situatie als Lando te komen. Als het team van mij nodig heeft dat ik me als een teamspeler opstel, dan doe ik dat natuurlijk. Maar het belangrijkste op dit moment is dat we zoveel mogelijk punten scoren en het constructeurskampioenschap winnen.”
Bij het ingaan van de Grand Prix van België dit weekend gaat Verstappen nog ruimschoots aan de leiding in het kampioenschap. De Nederlander staat 76 punten voor op Norris. Piastri staat iets verder achter, op de vijfde plek, met een gat van 40 punten naar zijn teamgenoot. Bij de constructeurs loopt McLaren met rasse schreden in op Red Bull: het gat is daar nog slechts 50 punten.
- NL Beeld / Abaca Press