Dat het leven duurder is geworden, is inmiddels geen nieuws meer. Een karretje vol bij de supermarkt, een tripje naar de bioscoop of een weekje weg met de familie is inmiddels ontiegelijk veel duurder dan een paar jaar terug. Het is dan ook geen verrassing dat dat ook bij de autoverzekeringen te zien is.
Uit onderzoek van Independer blijkt dat sinds 2015 de premies gemiddeld verdubbeld zijn. De grootste pechvogels zijn de jonge bestuurders die hun eerste auto willen kopen. In de leeftijdsgroep 18 tot 24 jaar zijn de premies met 103% gestegen. Dat betekent een verzekering van zo’n €2000 per jaar. Volgens Independer komt dat doordat de verzekeraar nog niet zoveel vertrouwen hebben in bestuurders uit die leeftijdsgroep. Maar ook de senioren zijn duurder uit vergeleken met tien jaar geleden. In de leeftijdsgroep 55 tot 64 jaar zijn de premies met ongeveer 80% gestegen.
Dat alle prijzen zo gestegen zijn, komt volgens het onderzoek door verschillende factoren. Onderdelen zijn veel duurder geworden en auto’s zijn complexer dan tien jaar geleden. Vooral bij elektrische auto’s is dat het geval.
BMW is het duurst om te verzekeren
Qua merken zijn er ook duidelijke verschillen te zien. Niet geheel onverwacht zijn de goedkoopste premies te vinden bij de kleinere, “normalere” merken. Auto’s die vaak in handen zijn van doorsnee mensen en vooral worden gebruikt om de kinderen naar school te brengen of naar het werk te gaan. Merken als Citroën, Renault en Fiat zitten rond of onder de €1000 per jaar.
Maar wordt de auto groter, zwaarder en duurder, dan stijgt de premie ook. Als zo’n auto namelijk botst, dan is er vaak veel schade en is het een stuk duurder om de boel te repareren. Het duurste merk is BMW, met een gemiddelde jaarlijkse premie van maar liefst €1900.