In plaatsen als Eindhoven, Rotterdam en Enschede zal vandaag een verzuchtend 'Zie je nou wel' opstijgen bij het lezen van het bericht in de Telegraaf dat twintig procent van de inwoners van Amsterdam gehandicapt is. Het bericht heeft echter niets met die stadsvete te maken, maar met een grootscheepse fraude van een stel ambtenaren.
Achttien Amsterdammers met een invalidenkaart en twee ambtenaren van de gemeente zijn tegen de lamp gelopen bij een onderzoek naar parkeerkaarten. De zaak kwam aan het licht toen het gemeentelijk Bureau Integriteit in 2017 ging onderzoeken waarom er 'vervalste' gehandicaptenkaarten opdoken in de stad.
In ieder geval bleek daar uit dat twee ambtenaren ten minste 18 van die kaarten hadden 'verstrekt' (verkocht lijkt een beter woord). Het aantal is waarschijnlijk maar het topje van de ijsberg, want bij de aanvragen in 2017 gaven 27.000 Amsterdammers aan dat ze een gehandicaptenkaart nodig hadden. Dat betekent dat één op de vijf Amsterdammers niet in staat is om van zijn auto naar de voordeur te lopen. Dat lijkt wat overdreven. Zelfs voor Amsterdam.