Crisis bij Volkswagen gaat door, flinke ronde ontslagen dreigt

Volkswagen heeft een regel doorgevoerd waardoor het makkelijker moet worden om mensen te ontslaan. De vakbond is niet blij, en een flinke crisis dreigt.

Volkswagen

De crisis bij Volkswagen gaat de komende tijd niet verbeteren. Vorige week werd al bekend dat het bedrijf maar een of twee jaar heeft om de boel op orde te krijgen. Waarschijnlijk gaat het Duitse merk minstens één fabriek sluiten in Duitsland om zo de kosten te dekken. Met een nieuwe regel is nu geen enkele werknemer zeker van zijn toekomst binnen het bedrijf.

De afgelopen dertig jaar had Volkswagen een werkzekerheidsovereenkomst met de vakbond. Dat zou ervoor moeten kunnen zorgen dat mensen in principe hun hele loopbaan lang bij Volkswagen kunnen blijven, ongeacht of de specifieke banen veranderen. Die overeenkomst is nu beëindigd. De implicatie is vrij duidelijk: Volkswagen wil in staat zijn mensen de komende tijd te ontslaan. Er zijn ook andere overeenkomsten geannuleerd die gaan over de werkgarantie van stagiairs en trainees.

Volkswagen wil de komende tijd om de tafel gaan met de vakbonden om nieuwe afspraken op te stellen. De vakbond en de ondernemingsraad zijn daar op zijn zachtst gezegd niet al te enthousiast over. “We zullen ons met alle macht verzetten tegen deze historische aanval op onze banen”, stelt vakbondsvoorzitter Daniela Cavallo. “Er zullen geen gedwongen ontslagen komen onder ons toezicht.”

Volkswagen verkeert momenteel in zwaar vaarwater doordat het bedrijf de transitie naar elektrische auto’s niet goed heeft aangepakt. Net als veel andere Europese en Amerikaanse merken heeft Volkswagen lange tijd afgewacht om te zien of elektrisch rijden wel aan zou slaan. In de tussentijd hebben vooral Chinese merken flinke stappen gezet, waardoor Europa nu eigenlijk geen plek meer heeft op de elektrische markt. Inmiddels drogen de subsidies voor elektrisch rijden in veel landen - waaronder Duitsland - ook op. Europa is intussen verwikkeld in een milde tarieven-oorlog met China, waardoor de import van onderdelen voor elektrische auto’s erg duur is geworden voor Europese merken.