Benzineprijs op hoogste niveau sinds augustus 2015

Iedereen die af en toe zijn tank volgooit zal het gemerkt hebben: de brandstofprijzen stijgen weer. In april ging de gemiddelde prijs van een liter Euro95 voor het eerst in 2,5 jaar weer door de €1,60.

De olieprijs stijgt weer, en dat is fijn voor Shell, Venezuela, Iran en Saoedi-Arabië. Hoewel, laatstgenoemde heeft met zijn opgepompte begroting volgens analisten een prijs van minimal $88 nodig, en een vaatje WTI zit hier momenteel nog $20 onder. Maar, we komen in de buurt.

Iedereen met een auto op fossiele brandstof ziet deze duurdere olie terug in de literprijs: in april betaalde de consument voor Euro95 gemiddeld 1,61 euro per liter, zo berekenden het CBS en Travelcard. De stijging die hieraan vooraf ging viel verschillend uit, vooral aan de snelweg werd er flink wat bij de prijs opgegooid.

Allereerst het tanken aan de snelweg. Dit was al onaantrekkelijk, en het wordt alleen maar onaantrekkelijker: "in tien jaar tijd steeg de prijs met 8,9 procent terwijl deze stijging bij een lokale onbemande pomp met 6,4 procent een stuk kleiner was. Het verschil tussen de prijs aan de snelweg en bij de onbemande pomp is sinds 2008 opgelopen van 9 naar 13 eurocent."  De bemande lokale pomp bleef in deze periode heel stabiel een centje of 4 duurder dan de pomp zonder poppetje.

Opvallend is wel dat het allergoedkoopste (1,49 euro) en het allerduurste tankstation (1,76 euro) van Nederland (meetdatum: 15 april) in beide gevallen een lokale pomp is. Met 27 cent per liter was de prijsspreiding bij lokale tankstations het grootst, gevolgd door de snelwegpomp (23 cent, 1,50 - 1,73 euro) en de snelweg (20 cent, 1,55 - 1,75 euro).

Voor het absolute prijsrecord moeten we ergens terug naar de tijd dat je voor een vat olie nog $150 betaalde, meer dan het dubbele van nu. Dat zal nog even duren. Hopelijk.