'Hand aan de kraan': eindelijk adequaat kabinetsbeleid elektrische rijders

Gisteren vond Prinsjesdag plaats, zoals altijd op de derde dinsdag van september. En op deze derde dinsdag ging het principe 'drie keer is scheepsrecht' op: na twee faalpogingen komt er eindelijk autobeleid, dat zich laat bijsturen.

Audi e-tron elektries

De Nederlandse bijtelling kent - na een periode van belachelijk veel wijzigingen - sinds enkele jaren twee categorieën: stoot uw auto geen CO2 uit, dan is deze 4 procent (voor de waarde tot 50.000 euro), voor elke andere auto 22 procent. Een nogal gapend gat, dat per 1 januari 2020 een stukje gedicht wordt: de lage bijtelling wordt 8 procent.

Hand aan de kraan

Tot zover niets nieuws. Wat wel nieuw is, is de invoering van het 'hand aan de kraan'-principe voor de wetgever. Deze term wordt al gebruikt in de gaswinning, en is vrij ondubbelzinnig van aard: met behulp van tussentijdse evaluatiemomenten behoudt de regering zich het recht voor om de bijtellingsregels op korte termijn te wijzigen. Zo wordt - in ieder geval tot op zekere hoogte - voorkomen dat de overheid ver achter de ontwikkelingen in autoland aanloopt.

De plannen voor na 2020 zijn nog niet in cement gegoten, maar het ligt voor de hand dat de lage bijtelling steeds in stapjes van vier procent stijgt. Mocht de markt echter overspoeld worden met elektrische auto's van sub-€50.000, wat met de komst van de Volkswagen ID. 3 en diverse concurrenten geen onmogelijk scenario is, dan kan er van dit stramien afgeweken worden.

Dit geeft de regering broodnodige flexibiliteit, na miljardenslurpende money pits als de niet-bestaande tot lage bijtelling op plugin hybrides en 4% bijtelling op Tesla's van 150 duizend euro, voordat de cap op 50.000 euro werd gelegd. Deze ezel stootte zich wellicht tweemaal aan dezelfde steen, maar drie keer is scheepsrecht. Drie hoeraatjes voor voortschrijdend inzicht.