In het westen zijn we Datsun al bijna veertig jaar kwijt. Het merk schreef zichzelf in de jaren '70 de geschiedenisboeken in met de 240, 260 en 280Z, maar ook volumemodellen als de Cherry en Sunny waren relatief populair.
In 1986 besloot moederbedrijf Nissan echter verder te gaan onder de eigen naam. In Japan werd Datsun immers helemaal niet gebruikt. De Japanners kwamen in 2013 toch terug op die beslissing.
Budgetmerk
In India, Zuid-Afrika, Nepal en Indonesië werd Datsun opnieuw gelanceerd als ultiem budgetmerk. Datsun nam daarmee ten opzichte van Nissan dezelfde rol aan die Dacia heeft ten opzichte van Renault.
Met extreem de goedkope Datsun GO en Redi-GO hatchbacks en de GO+ MPV moest het merk kopers vinden in deze 'ontwikkelende markten'. Ook in Rusland zette Datsun voet aan de grond, al was dat in de vorm van een omgekatte Lada Granta.
Gefaald experiment
Na negen jaar heeft Nissan echter moeten erkennen dat het experiment gefaald is. In 2020 werd de productie in Indonesië en Rusland al stopgezet. Vandaag is aangekondigd dat ook de laatste fabriek in het Indiase Chennai op slot gaat.
Nissan legt de beslissing uit als een poging om te concentreren op 'kernmodellen en segmenten die het meeste voordeel opleveren voor de consument, dealer partners en het bedrijf'.
Uitverkoop
Nissan stelt bestaande Datsun-klanten gerust met de belofte dat het uitvoeren van onderhoud, de garantieregelingen en de onderdelenvoorziening in stand zullen blijven. Bovendien zal de overgebleven voorraad van Datsun-modellen gewoon doorverkocht zullen worden.
Het is niet duidelijk of Nissan met eigen modellen dezelfde markten en segmenten zal blijven bedienen.
- iStock, Datsun