Via verkeersboetes hoopt de overheid de veiligheid op de wegen af te kunnen dwingen. Iedereen weet echter dat het ook en vooral een flinke bron van inkomsten is.
Om die inkomsten te garanderen worden de boetebedragen elk jaar opnieuw afgewogen tegen de inflatie. Is de inflatie hoger, dan stijgen de boetebedragen uiteraard mee. Zo wordt er elk jaar evenveel verdiend aan de paarsgerande enveloppen.
Keiharde impact
Vanwege de extreme inflatie van het afgelopen jaar staat er voor 2023 een forse verhoging op het programma. De boetebedragen stijgen namelijk met 9 procent, en worden voor de handigheid ook nog even afgerond. Dat stoot tegen het zere been van kamerleden Michiel van Nispen (SP) en Songül Mutluer (PVDA). Het duo heeft namelijk een motie ingediend om de verhoging te voorkomen.
In de motie voeren Mutluer en Van Nispen aan dat de koopkracht van Nederlanders achterblijft op de wild stijgende inflatie, en dus ook de verhoogde boetes. De hogere bedragen komen dus ongewoon hard aan bij de gewone man. Aangezien veel mensen al de grootste moeite hebben om rond te komen zonder een betalingsregeling bij het CJIB pleiten de kamerleden ervoor om van de herindexering af te zien.
Geen wettelijke obstakels
Van Nispen en Mutluer stellen bovendien dat het geen probleem moet zijn om de herbeoordeling van de boetes op te schorten. De procedure is namelijk niet opgenomen in de wet. Het kabinet kan er dus zelf voor kiezen om het dit jaar even niet te doen.
Het ongemoeid laten van de boetebedragen zou een populaire beslissing zijn, maar is uiteraard niet zonder de nodige gevolgen. De staatskas wordt dan immers niet op hetzelfde tempo gevuld, terwijl dat juist hard nodig is op dit moment. Later vandaag zal er gestemd worden over het wel of niet verhogen van de verkeersboetes.
- iStock