Lijstje: alle F1 safety cars van de afgelopen 50 jaar

12. Mercedes-Benz C36 AMG | 1996-1997

Later in 1996 hakte de F1 eindelijk de knoop door en werd een deal aangegaan met McLaren-motorleverancier Mercedes-Benz. De samenwerking werd dat seizoen afgetrapt met de C36 AMG, de eerste Mercedes-middenklasser met de iconische badge. Met een 3,6 liter zesinlijn en 280 pk was de C een stuk potenter dan zijn voorganger.

13. Mercedes-Benz CLK 55 AMG | 1997-1998

Nog voor het einde van 1997 werd de C36 vervangen door de CLK, de op de E-klasse gebaseerde coupe-variant. Hiermee stapte de F1 voorgoed over op een dikke V8 voor de safety car. Dankzij een 5,4 liter V8 kreeg het vermogen een boost naar 347 pk.

14. Mercedes-Benz CL 55 AMG | 1999-2000

Na twee middenklassers leek het Mercedes een goed idee om een enorme luxeslee in te zetten als safety car. Een 360 pk sterke versie van de 5,4 liter V8 zorgde voor de aandrijving. Door de enorme toename in gewicht was de auto echter niet eens sneller dan zijn voorganger.

15. Mercedes-Benz SL 55 AMG | 2001-2002

Het experimentje met de gigantische CL werd opgevolgd door een sportievere bolide: de SL 55 AMG. Dezelfde 5,4 liter V8 was dit keer voorzien van een supercharger, wat een gezonde 510 pk opleverde. Daarmee zat de safety car eindelijk weer op het niveau van de Lamborghini Diablo uit 1995.

16. Mercedes-Benz CLK 55 AMG | 2003

De tweede generatie van de CLK 55 kreeg een opvallend korte carriere. Waar de meeste modellen minimaal twee seizoenen kregen was het voor de sportcoupe na slechts een jaar alweer over en sluiten. Opnieuw zorgde een 5,4 liter V8 voor de aandrijving, dit keer dezelfde 360 pk versie die drie jaar eerder dienst deed in de grote CL.

Cargasm
  • Mercedes-Benz, Wikimedia Commons