Vijf andere Red Bull-coureurs die midden in het seizoen ontslagen werden
Het plotselinge ontslag van Nyck de Vries is de zesde keer dat een coureur binnen de Red Bull-familie het seizoen niet af mag maken. We kijken even terug naar de andere vijf gevallen waarbij rijdersmanager Helmut Marko vroegtijdig de trekker overhaalde, en waar die ongelukkige slachtoffers nu zijn.
1. Christian Klien
Christian Klein kan gezien worden als een van de grondleggers van het huidige Red Bull Racing F1-imperium. Vanwege zijn nationaliteit trok de jonge Oostenrijk al snel de aandacht van Dietrich Mateschitz' energiedrankjesfabrikant. Red Bull sponsorde de 21-jarige rijzende ster bij zijn debuut in de Formule 1 voor het team van Jaguar. Klien maakte indruk door punten te scoren met een zesde plek op Spa, in een tijd waarin alleen de top 8 met punten naar huis ging.
Na de overname van Jaguar Racing door Red Bull mocht Klien blijven, maar werd hij in een ongewone structuur gedrukt. Red Bull Junior Vitantonio Liuzzi werd namelijk aangewezen om de tweede auto gedurende het seizoen met Christian te delen. De eerste bolide was voor veteraan David Coulthard. In een leerjaar voor het kersverse team zette Klien opnieuw sterke resultaten neer met vier puntenfinishes.
Red Bull besloot Klein opnieuw aan te houden voor 2006, terwijl Liuzzi verkaste naar het nieuw opgerichte Scuderia Toro Rosso. Christian begon het seizoen opnieuw goed met een achtste plek in Bahrein, maar stortte vervolgens in een diep dal. Pas tien races later volgde het tweede positieve resultaat. In de tussentijd was Klien zes keer uitgevallen en greep hij vier keer naast de top tien.
Terwijl Coulthard het eerste podium voor Red Bull naar binnen haalde, leerde Klien van oud Jaguar-teamgenoot Mark Webber dat de Australiër hem zou gaan vervangen voor 2007. De Oostenrijker ontving een aanbod om voor een door Red Bull-gesponsord Champ Car-team te rijden, maar besloot zijn heil bij een ander F1-team te gaan zoeken. Als reactie op dat nieuws verving het team hem vanaf de Grand Prix van China door testcoureur Robert Doornbos.
Na het ontslag
Klien vond een nieuwe rol als testcoureur voor Honda, Spyker en BMW Sauber. In 2010 keerde hij kortstondig terug met het beroerde Hispania Racing Team. Na stints op Le Mans met Peugeot, Aston Martin en ByKolles maakte hij in 2016 de overstap naar de GT-racerij, waarin hij nog altijd actief is.
2. Scott Speed
Net als Christian Klien stond de Scott Speed aan de wieg van het Red Bull zoals we het nu kennen. In 2003 werd de destijds 20-jarige Amerikaan een van de eerste studenten van wat nu de Red Bull Driver Academy is door de Red Bull Driver Search te winnen. Speed verkaste vervolgens naar Europa en was succesvol in de Formule 3, GP2 en A1GP. Na een test voor het moederteam in 2005 werd hij het jaar erop ingelijfd als onderdeel van het eerste rijdersduo van Scuderia Toro Rosso.
Samen met teamgenoot Vitantonio Liuzzi kreeg speed de ondankbare taak om de Toro Rosso STR1 naar de punten te sturen. De auto was in feite een kopie van de Red Bull RB1 uit 2005, die op zichzelf weer gebaseerd was op de ongebruikte Jaguar R6. Vanwege een deal die onder de Minardi-naam gesloten werd zat er bovendien nog een ouderwetse V10 in de auto. Het blok werd echter geknepen via aan inlaatrestrictor en toerenbegrenzer.
De auto bleek niet bijzonder betrouwbaar of snel te zijn, waardoor Speed zijn eerste seizoen met nul op het rekest afrondde. Teamgenoot Liuzzi pakte echter met een achtste plek op Indianapolis een enkele punt.
Speed's vorm verslechterde in zijn tweede seizoen met een ongewoon hoog aantal crashes. De Amerikaan viel in de eerste tien races maar liefst zeven keer uit, en scoorde in de overige drie geen punten. In Monaco kwam hij echter pijnlijk dichtbij met P9. Na een spin in de verregende Europese Grand Prix op de Nürburgring kwam naar buiten dat Scott in gevecht geraakt was met Toro Rosso-teambaas Franz Tost, al werd dit later ontkend door de Oostenrijker.
Een verbaal offensief tegen het team, waarbij Speed claimde dat Toro Rosso zowel hem als Liuzzi aan de kant wilde zetten, leek het lot van de Amerikaan te bezegelen. Ondanks het feit dat de ruzie gesust werd en Speed weer begon te testen werd het contract aan het einde van de maand verscheurd. Voorafgaand aan de Grand Prix van Hongarije werd Speed vervangen door BMW Sauber-testrijder en Red Bull Junior Sebastian Vettel.
Na het ontslag
Speed zwoer dat hij voor geen goud meer met de mensen binnen Toro Rosso wilde werken, maar hield de banden met Red Bull toch warm. In 2008 werd hij onderdeel van Red Bull's ambitieuze NASCAR-team. In 2013 stapte hij over naar de rallycross, waarin hij nog altijd onder de Red Bull-vlag meestrijdt. Tot het debuut van Logan Sargeant dit seizoen was Speed vijftien jaar lang de laatste Amerikaan met een fulltime stoeltje in de F1.
3. Sébastien Bourdais
In tegenstelling tot zijn voorgangers had Sébastien Bourdais er al een rijke motorsportcarrière op zitten toen hij aankwam in de Formule 1. De Fransman won in 2002 de International Formula 3000, maar stroomde niet meteen op naar de koningsklasse.
Net als ene J. Montoya voor hem koos hij er in plaats daarvan voor om over te stappen naar het Amerikaanse CART. Bourdais scoorde een pole position op zijn debuut en won in 2003 uiteindelijk drie races. Het bleek een opmaat te zijn naar een totale dominantie in CART: Sébastian pakte tussen 2004 en 2007 vier titels op rij.
Zijn reputatie leverde hem een serie tests op voor Scuderia Toro Rosso. In 2008 stapte hij in bij het team als vervanger van Vitantonio Liuzzi. Bourdais maakte meteen indruk met sterke kwalificatiesnelheid en goede pace in de races, maar werd geplaagd door onbetrouwbaarheid. Een vierde plek in Australië werd door een motorprobleem uiteindelijk een P7.
Vanwege allerlei pech moest hij nog eens twaalf races wachten voordat de tweede puntenscore binnenkwam op Spa. Opnieuw lag Sébastian op een goede positie, maar door regen laat in de race werd hij door meerdere coureurs voorbijgestoken. Een potentieel podium werd opnieuw P7.
Bourdais kreeg zijn gouden kans door zich als vierde te kwalificeren op een verregend Monza, maar door een probleem met het schakelmechanisme moest hij vanuit de pits starten. Omdat de race achter de safety car gestart werd verloor hij meteen een ronde. Bourdais kwam uiteindelijk als 18de over de streep, maar wist toch de tweede snelste ronde te zetten.
Na een puntloos einde van het seizoen was de toekomst ongewis voor Bourdais. Toro Rosso besloot hem echter toch bij te tekenen voor 2009, naast Zwitserse rookie Sebastien Buemi. Bourdais had opvallend veel moeite om zijn minder ervaren teamgenoot bij te benen. In Spanje beging hij zelfs een doodzonde door tegen Buemi aan te knallen bij het ontwijken van een spinnende Jarno Trulli.
Nadat hij in Duitsland met een seconde achterstand als laatste gekwalificeerd was en uitviel met een mechanisch probleem was de koek op. Voorafgaand aan de Grand Prix van Hongarije werd Bourdais vervangen door de 19-jarige Jaime Alguersuari.
Na het ontslag
Na zijn F1-exit voegde Bourdais zich bij de rond voetbalteams gebouwde Superleague Formula. Daarnaast ging hij aan de slag voor het LMP1-team van Peugeot op Le Mans, hetzelfde team waar Red Bull-reject Christian Klien een nieuw thuis vond. Na verdere stints in de GT-racerij, V8 Supercars en IndyCar Series komt Sébastien tegenwoordig uit voor het LMDh-team van Cadillac Racing.
- NL Beeld / PA Images / Proshots, Red Bull Content Pool, IndyCar Series, Lamborghini