Klassiekerwatch: deze auto's worden belastingvrij in 2024

Mercedes-Benz W124

Van een echt raspaard gaan we naar de beste Mercedes aller tijden. De W124 geldt nog steeds als een van de meest stijlvolle en onverwoestbare machines met de bekende ster op de neus. In 1984 verscheen het model als de grote broer van de 190 (W201), met dezelfde aerodynamische vormgeving en onafhankelijke achterwielophanging. Je kon de auto bestellen met een benepen tweeliter viercilindertje (109 pk) of een van de smeuige zescilinders (260E 170 pk, 300E 190 pk).

De W124 werd pas echte een legende met een van de schijnbaar uit graniet gehouwen dieselblokken onder de kap. Of het nu een vier-, vijf- of zescilinder was, turbo of niet, een diesel W124 was simpelweg niet kapot te krijgen. Behalve door de roestduivel. Samen met de 190 zorgde de auto er in Nederland voor dat de belastingregels voor oldtimers aangepast werden. De tijd heeft de eerste versies van die 'stinkdiesel's echter weer ingehaald.

Ferrari Testarossa

Naast de 288 GTO had Ferrari in 1984 nog een middenmotor krachtpatser in de showroom. De insteek van de Testarossa was echter compleet anders. In plaats van een vuurspuwende supersporter was de auto namelijk een grote, comfortabele GT. De populaire vergelijking met vermeende aartsrivaal Lamborghini Countach gaat dus eigenlijk mank.

Met de verbazend beschaafde en geruisloze platte V12 achter de voorstoelen werd de vaak verkeerd begrepen supercar toch een begrip. Uiteindelijk hield het model het zelfs tot midden jaren '90 vol als de grondig verpestte F512 M. De eerste versie van de Testarossaa kenmerkt zich door de enkele, hooggeplaatste buitenspiegel, in het Italiaans bekend als Monospecchio De 4,9 liter platte twaalf leverde 390 pk, bijna evenveel als de GTO.

Plymouth Voyager

Van een auto die iedereen in vervoering bracht gaan we naar een bolide die iedereen gewoon vervoerde. De Plymouth Voyager verscheen in modeljaar 1984 als en vaande allereerste MPV's, al werd -ie destijds simpelweg aangeduid als 'minivan'. Aangezien het Amerikaanse modeljaar al in november 1983 begon was de Plymouth de Renault Espace te snel af. De Mitsubishi Space Wagon (die ironisch genoeg ook als Plymouth verkocht werd) was echter een paar maanden eerder.

De Voyager en zijn stalgenoten ontkenden een revolutie in autoland. Op basis van de populaire voorwielaangedreven 'K-car' sedans stond een voertuig met veel meer binnenruimte dan de gemiddelde fullsize stationwagon, maar met een veel kleiner en energiezuiniger profiel. De minivans vonden gretig aftrek, maar de kwaliteit liet te wensen over. Je zult dus niet snel een nette 84er tegen gaan komen, al helemaal niet aan deze kant van de grote plas.

Bentley Eight

Als afsluiter hebben we een doodgewone instapper. De Bentley Eight verscheen in 1984 om diegenen te bedienen die een reguliere Mulsanne veel te duur vonden. Met simpel gaas in de grille, stalen velgen, stoffen stoelen, hardere ophanging en een carburateur op de 6.75 liter V8 kon de Eight net onder de magische grens van 50.000 pond komen. Let wel: dat is in het geld van vandaag meer dan 155.000 pond (179.000 euro).

Het model was exclusief bedoeld voor de Britse markt, maar bleek daar zo populair dat de Europese en Amerikaanse markt ook aangeboord werden. De eerste versie van de Eight was meteen de meest kale. Langzamerhand werden opties zoals lederen bekleding, automatisch nivellerende ophanging en brandstofinjectie toegevoegd. Een belastingvrije Eight vinden wordt echter vast een flinke klus. In acht jaar tijd werden er slechts 1.736 exemplaren gebouwd.