De Millennial werd geboren tussen 1980 en 2000. Dat was een tamelijk onfortuinlijk gebeuren, want geëngageerde Millennials bleken neo-babyboomers te zijn, vol van moreel verheven idealisme en zichzelf, maar ledig van enig realiteitsbesef of tolerantie jegens andersdenkenden. Marcel van Dam doet een vreugdedansje in zijn graf. Eén van de naarste eigenschappen van de Millennial is zijn afkeer van de auto. Die leek dan ook een langzame dood te sterven, als een afgedankt trekpaard zonder de lijmfabriek.
Maar niet langer getreurd, want na 2000 werd een nieuwe generatie geboren - een generatie die niet alles wat niet-Westers is (zoals den auto) onmiddellijk haat omdat het onvoldoende gelijkenis vertoont met die leuke tussenjaar-recreatie-inheemschen die zoveel dichter bij de natuujr staan. Generatie Z is hier. Laat duizend achtcilinders snerpen.
Maar liefst 92 procent van de Generatie Z (hier ongeveer gedefinieerd als tegenwoordige 12- tot en met 17-jarigen) wil een auto en 97 procent wil een rijbewijs. Jubilate, exsultate! Helaas is er niet alleen maar goed nieuws. Generatie Z geeft niets om stijl en smaak en staat nauwelijks stil bij de badge. Wij ook niet, maar wel om de auto die schuilgaat achter de merknaam. Krap een vijfde van de Z'ers vindt BMW een belangrijkere batch dan Hyuandai. Nou ja, zelf weten.
De Generatie Z is ook fan van zelfrijdende auto's; meer dan de helft van de ondervraagden vindt die dingen aantrekkelijk. (Wij vonden dat een laag aantal, verzet tegen uitholling van de rij-ervaring door zelfrijders blijkt dus geen dode witte mannen-stuiptrekking.) Verder willen we niet doemdenken, maar euhm, als wij Uber en Lyft waren, zouden we ons zorgen maken. Autodelen is mogelijk alweer uit voordat het ooit in was.