Ongelukken kunnen met tachtig procent omlaag

Het geinige aan mensen is dat ze anno 2016 nog steeds rondrijden in auto's met dode hoeken waarin zich nogal eens een fietser wil ophouden. Eigenlijk is dat bizar, vooral omdat het anders kan. Maar die verandering duurt een eeuwigheid.

Moderne auto's hebben steeds vaker een lampje in de A-stijl of in de zijspiegel dat oplicht als een voertuig, fietser of voetganger zich in dode hoek bevindt. Enorm handig. Alleen een beetje jammer dat de bestuurder de schakel is in dit veiligheidsproces. De bestuurder moet reageren en doet dat meestal goed, maar soms ook met typisch menselijke feilbaarheid.

Wat zou het toch handig zijn als auto's hun omgeving zelf scanden en andere auto's op de hoogte stelden van wat zij 'zien', terwijl die wagens hun informatie ook weer doorgeven. Gelukkig werd dat vijftien jaar geleden al bedacht. Na anderhalf decennium van blood, sweat, toil and tears is Vehicle-to-Vehicle communicatie (V2V) zo goed als klaar. Een ongekende toename van de verkeersveiligheid ligt binnen handbereik.

Behalve dat dat in de Verenigde Staten niet zo lekker gaat. Daar heeft General Motors veel geïnvesteerd in deze technologie en die lobby'en nu terecht voor sneller handelen vanuit de politiek. GM zegt: jongens, we kunnen dit gewoon bouwen, als we nu toestemming krijgen hebben jullie morgen V2V. Maar er zijn twee problemen.

In de eerste plaats moet de Amerikaanse National Highway Traffic Safety Administration wachten op een handtekening uit het Witte Huis voor het verplicht stellen van V2V in alle nieuwe auto's. Dit is belangrijk omdat hierdoor bepaald wordt welke taal de auto's met elkaar moeten spreken; dat is nu nog niet vastgelegd. Obama neemt rustig de tijd, wat drie keer ruk is omdat de verkiezingen eraan komen en de nieuwe POTUS het afstemmen van communicatie tussen auto's niet bovenaan zijn prioriteitenlijst heeft staan, wat nog meer vertraging betekent.

Daarnaast is er gezeik om de frequentie van de communicatiestromen. Er is in 1999 een bandbreedte bij wet afgesproken die voor V2V gebruikt zou mogen worden. Maar bedrijven als Google willen ook op die bandbreedte kunnen en hem niet exclusief door autobedrijven laten gebruiken. Volgens hen hebben autofabrikanten nauwelijks laten zien dat ze de bandbreedte productief kunnen maken. Automakers zeggen op hun beurt dat te veel verkeer op dezelfde bandbreedte opstoppingen kan veroorzaken waardoor urgente berichten over calamiteiten ondergesneeuwd raken in een datastroom vol mindere belangrijke gegevens over bijvoorbeeld snelheid en richting.

Enfin, met dit soort politieke conflicten gaat het nog wel even duren voordat we wezenlijke vooruitgang in verkeersveiligheid kunnen boeken.