In juli meldde PAL-V dat het bedrijf verwachtte in augustus dit jaar de weg op te mogen. Waarschijnlijk had het nog iets meer werk nodig, want het is 24 september geworden, maar de PAL-V heeft inmiddels een kenteken. Het goede nieuws geldt voorlopig alleen voor het testprototype van de fabriek. Het is echter toch een mijlpaal voor de fabriek.
Certificering
Dat de PAL-V nu mag rijden betekent echter nog niet dat de bouwers aan de slag kunnen. Voor serieproductie wil de RDW ook de productielocatie aan een keuring onderwerpen. Pas daarna kunnen er meer van de op de Carver gebaseerde auto worden gebouwd.
Maar wacht, het is een vliegende auto, mag hij al vliegen? Eh, nee. Dat is ook even een lastigheidje. Ook de vliegwaardigheid van de PAL-V moet nog door de Europese toezichthouders worden bekeken. Pas als ook die horde is genomen kan de serieproductie beginnen.
Techniek
De PAL-V werkt met een grote rotor die opgevouwen op de auto ligt tijdens het rijden. Die rotor is niet aangedreven, maar gaat draaien en maakt lift door de voorwaartse beweging van de vliegende auto. Hij heeft daardoor een start- en landingsbaan van ongeveer 180 meter nodig. Het bedrijf wil speciaal daarvoor banen van 300 meter (met wat veiligheidsmarge dus) aanleggen in de buurt van afritten van snelwegen.
Het is de bedoeling dat in 2022 de eerste exemplaren (eindelijk) geleverd worden. Maar dan heeft u ook de eerste auto die van deur tot deur kan rijden, maar in het midden ook een stuk kan vliegen. Overigens loopt het met de orders voor de €500.000 kostende PAL-V Liberty ook al aardig. Volgens Van den Bosch zijn er al honderd bestellingen geplaatst. Dat betekent dat de fabriek in Raamsdonksveer wel een tijdje bezig is met het vervaardigen van de machines.
- PAL-V