Wegenbelasting 2024: betaal je meer of minder?

Belasting, belasting belasting, er lijkt in ons koude kikkerlandje maar geen einde aan te komen. Nu alles om ons heen duurder wordt kan de wegenbelasting uiteraard niet achterblijven. Per 1 januari worden de tarieven om 's lands wegen te onderhouden weer eens aangepast. Uiteraard niet in je voordeel. Zo moeten EV-rijders zich opmaken voor het einde van de MRB-vrijstelling en zijn er ook andere regels gepland voor oldtimers. We zetten de stijgers even op een rijtje.

Noord-Holland

We beginnen met wat lange tijd de goedkoopste provincie van Nederland was. Ondanks de hoge bevolkingsdichtheid en het uitgebreide wegennet waren bestuurders in Noord-Holland altijd goedkoper uit dan de rest van het land. Ondanks een stijging van de provinciale opcenten van 67.9% tot 77.4% komt daar ook geen verandering in.

Autobezitters in de provincie zijn afhankelijk van het gewicht van hun bolide enkele tientjes per jaar méér kwijt. De gemiddelde stadauto krijgt er zo'n 15 euro bij op, terwijl een dikke SUV met bijna 100 euro (84) omhoog gaat. Daarnaast zullen ook motorrijders iets dieper in de buidel moeten tasten: hun standaardtarief voor alle gewichten gaat met 2 euro omhoog.

Zuid-Holland

Verder naar onderen pakt Zuid-Holland de nieuwe nummer 1 op de lijst. De provinciale opcenten stijgen namelijk van 95,7% naar 98,7%. Daarmee haalt de provincie het noordelijkste puntje van Nederland in als duurste van het land. Dat is een trofee die je liever niet in huis haalt.

Groningen

In tegenstelling tot de meer stedelijke provincies wordt er in het hoger noorden niet gesleuteld aan het MRB-tarief. Groningen was namelijk al de duurste van het land, waardoor het de lokale roverheid onverantwoord leek om nog meer opcentjes te vragen. De tarieven zijn daarom voor minimaal vier jaar vastgezet. Groningers kunnen voorlopig dus nog even opgelucht ademhalen.

De rest

Afgezien van de drie bovengenoemde provincies zijn er - gelukkig - geen bijzonderheden te melden. Autobezitters in Friesland, Drenthe, Flevoland, Overijssel, Gelderland, Limburg, Noord-Brabant, Utrecht en Zeeland blijven dezelfde prijs per jaar betalen. Althans, dat is de verwachtingen. We kunnen immers niet zeggen of en wat het nieuwe kabinet met de MRB zal gaan doen.