Halloween top 10: auto's met hele enge namen

Het engste feest van het jaar is weer in volle gang. Hoog tijd dus om even een kijkje te nemen aan de griezelige kant van de autowereld.

1 | Lamborghini Diablo

Wat is nu een betere enge schurk om mee te beginnen dan de duivel zelf? In 1990 kwam Lamborghini - na een lastige geboorte - met een indrukwekkende opvolger van de iconische Countach. Met zijn bijna 500 pk sterke 5,7 liter V12, handgeschakelde vijfbak en nul rij-assistenten was de grote Lambo ook daadwerkelijk angstaanjagend.

Later werd de Diablo getemd met het voor de introductie geplande VT-vierwielaandrijvingssysteem. Toch kwamen er ook nog engere achterwielaangedreven varianten zoals de SE30, SV, GT2 en GTR op het toneel. De Diablo heeft natuurlijk niet echt de naam van de duivel. Net als zijn soortgenoten is de supercar vernoemd naar een legendarische Spaanse vechtstier uit de 19de eeuw.

2 | AMC Gremlin

De ietwat sullige Gremlin boezemt in tegenstelling tot de eerder genoemde Diablo niet veel angst in. Tenzij je er echt niet mee gezien wilde worden, natuurlijk. De Gremlin was AMC's wanhopige poging om te concurreren met de 'kleintjes' van de Amerikaanse Big Three, Volkswagen en de aanstormende Japanse merken.

American Motor Company had echter helemaal geen budget om een nieuw model te ontwikkelen, dus werd er simpelweg een Hornet sedan doormidden gezaagd. De Hornet-zonder-kont kreeg een glazen achterklepje, waarmee de Gremlin geboren werd. De goedkope oplossing werd een onverwacht succes voor AMC door het toeslaan van de oliecrisis. Al snel was elk universiteitscampus gevuld met Gremlins.

In tegenstelling tot griezeltjes vande bekende horrorcomedy uit 1985 is AMC's gremlin echter bedoeld als een vriendelijk wezentje, althans voor zijn vrienden: "A pal to its friends and an ogre to its enemies."

3 | Spectre R42

De enige auto met een spookachtige merknaam in plaats van modelnaam in deze lijst. De Spectre R42 (Engels voor spook) was een poging om de Ford GT40 voor de jaren '90 te bouwen. De supercar was een Brits idee, maar kwam uiteindelijk met het Amerikaanse geld van Spectre Motors tot stand. Met een Ford Mustang Cobra 4,6 liter V8 achter de voorstoelen en 355 pk hield de auto de spirit van de GT40 in ieder geval goed in leven.

Ondanks hulp van vijfvoudige Le Mans-winnaar Derek Bell en een GTR-raceversie was de Spectre geen succes. Slechts 23 exemplaren vonden een eigenaar, waarvan een meerderheid in Zwitserland. Kwaliteitsproblemen, een vracht geleende onderdelen van Toyota, Honda en Ford's Fiesta en een hoge prijs deden het project de das om. Zo werd Spectre uiteindelijk toch een echt spook.

4 | Dodge Viper

De angst voor slangen is eentje die we eigenlijk niet irrationeel kunnen noemen. Een aanvaring met de verkeerde kan je immers zomaar je leven kosten. Dat geldt uiteraard ook voor de V10-bruut die we kennen als de Dodge Viper.

Amerika's tweede echte sportwagen was leverbaar met een 8.0, 8.3 én 8.4 liter tiencilinder met 400 tot 640 pk. Na een eerste model zonder deurhendels, zijruiten of dak werd de Viper langzamerhand steeds gebruiksvriendelijker, maar één ding bleef hetzelfde. Overmoedige coureurs die de gifadder verkeerd aanpakten betaalden vaak een hoge prijs.

5 | Rolls Royce Ghost

De geschiedenis van Rolls Royce zit vol met verwijzingen naar de gene zijde. Spirit, Spectre, Wraith en Phantom zijn allemaal termen voor spoken, geesten en andere paranormale verschijningen. Wij hebben echter gekozen voor de meest voor de hand liggende: de Ghost.

De modelnaam verscheen voor het eerst in 1906 met de introductie van de Silver Ghost. De ouderwetse touring car bleef maar liefst twintig jaar in productie, maar kreeg lange tijd geen opvolger. Pas een kleine tachtig jaar later verscheen er opnieuw een Rolls met een gelijksoortige naam. De versie voor 2009 was echter geen 'echte' Rolls-Royce, maar een flink opgewaardeerde BMW 7-serie. En dat is op zichzelf al angstaanjagend genoeg.