Sinds de pandemie kampen we in Nederland met exorbitante brandstofprijzen. Voor de invoering van de accijnskorting stond ons kleine koude kikkerlandje stijf bovenaan in de lijst van duurste landen voor een litertje peut.
In juni 2022 werd met 2,50 voor een liter E10 een absoluut record bereikt. Vanwege de extreme verschillen met buurlanden Duitsland en België gingen steeds meer automobilisten de grens over voor een volle tank.
CO2-taks
Bij de Duitsers worden er echter al plannen gemaakt om dat voordeel langzamerhand weg te poetsen. In 2021 kwam de grotendeels groene overheid van het land met een extra CO2-taks op fossiele brandstoffen, waardoor de literprijs meteen met gemiddeld 8 cent verhoogd werd.
Voor het nieuwe jaar is de taks nog eens met 50% verhoogd. En dat ga je uiteraard merken aan de pomp. ANWB-tegenhanger ADAC verwacht een stijging van 4,3 cent voor benzine en 4,7 cent voor diesel. Daardoor gaan beide prijzen richting de 1,80.
Alleen maar duurder
Vanwege de nog altijd draconische tarieven in eigen land (2,05 voor E10, 1.87 voor diesel) loont het nog altijd om even te gaan buurten aan de andere kant van de grens. De Duitse CO2-taks blijft echter niet stilstaan: tegen 2026 komt er naar verwachting nog eens 18,9 cent bovenop vergeleken met 2020.
Dat geld wordt vervolgens ingezet voor het t Klimaat- en Transformatiefonds, dat ironisch genoeg als één van haar doelen het wegnemen van verduurzamingskosten bij de gewone burger noemt. Oeps.
Het verschil tussen de Duitse en Nederlandse prijzen wordt de komende tijd dus een stuk kleiner. Met dank aan Den Haag hangt ons echter nog altijd de intrekking van de accijnskorting boven het hoofd. Wanneer deze regeling afgeschaft wordt komen we ongetwijfeld weer op de recordniveaus van 2022.
- NL Beeld / Regiofotografie, NL Beeld / Collectie Spaarnestad