10 redenen waarom het circuit van Monaco zo bijzonder is

Monaco. Het is de race waar elke F1-fan stiekem een jaar lang naar uitkijkt. Maar wat zorgt nou precies voor dat enorme appeal van het stratencircuit en de Grand Prix erop? Dat gaan we nu voor je duiden.

Autobahn <3 Formule 1. Natuurlijk houden we zondag als gewoonlijk een liveblog bij, en vindt u op  @AutobahnEU een scherp twitterverslag. Daarnaast doet good guy Ziggo aardig, en zendt de race  online gratis uit. Ook voor niet-leden dus. Maar terug naar de aantrekkingskracht van Monaco.

Niet dat er de rest van het jaar geen beroemde mensen te bekennen zijn in het belastingparadijs, maar de celeb-0-meter slaat in het raceweekend helemaal op tilt. Iedereen die iets met racen heeft, of gewoon graag voor het oog van de camera's komt is tijdens de F1 in Monaco of op een jacht er omheen te bekennen. Zoals de (klein-)kroost van Evil Bernie en Christian Horners Ginger Spice, maar ook een sleep acteurs. Het festival van Cannes wordt meestal vlak voor Monaco georganiseerd.

Van de gehele F1-kalender telt Monaco het meeste aantal rondjes, 78 stuks. Da's dus echt waar voor je geld. Het 3,337 km korte circuit wordt door een coureur op stoom in royaal minder dan 1 minuut 20 gelapt, dus je hoeft nooit lang te wachten tot je je favoriet weer ziet langskomen. Wie een goed plekje heeft krijgt bovendien bijna alles van de race mee, zoals collega Adenauer gisteren al uit de doeken deed

Ter vergelijking: op Spa - dat meer dan 7 km lang is - worden maximaal 44 rondjes gereden. Het oude Hockenheim was nog erger overigens, maar dat circuit is al geruime tijd ingekort.

Het nadeel van een GP organiseren in een miniscuul staatje dat tegen een berg is opgebouwd is dat je er je kont niet kunt keren. Alles gaat op de vierkante centimeter in het piepkleine prinsdom, wat duidelijk te zien is in de pitstraat. Hier is het dringen geblazen, en al helemaal als er een safety car verschijnt. 

Ook als er ergens een bolide in de vangrails klapt moet er creatief worden geborgen. Maar Monaco heeft vaker met dat bijltje gehakt: overal langs het circuit staan kranen, die een auto in no-time wegtakelen. Al dit gepriegel heeft zijn charme.

Hoewel de scherpste kantjes er de laatste jaren af zijn gevijld, is en blijft Monaco een stratencircuit pur sang. En een ijzeren wet van het stratencircuit luidt: one mess-up and you're a goner. Coureurs hebben immers niet de luxe van grindbakken of uitloopzones, knal in de barrières (of achterin een Fransman, zoals Max vorig jaar deed), en je bent klaar. 

Monaco is dan ook een circuit dat meerdere doden op zijn geweten heeft, tussen 1948 en 1967 kwamen er 4 Formule 1-racers om. De veiligheid verbetert gelukkig constant, en dus blijven klappers zoals die van Perez in 2011 nu zonder zware gevolgen.

Inhakend op het gevaar: een hoog crashrisico en weinig ruimte equals safety car. Meer dan eens moet de AMG GT naar buiten om met zijn bulderende V8 de nietige F1-V6'jes het zwijgen op te leggen. Combineer dat dit jaar met het gebruik van een Ultrasoft-band, en je zou nog wel eens spannende tactieken kunnen zien, bijvoorbeeld als een safety car 10 rondjes voor de finish naar buiten komt. 

Meer dan elders kan een pitstrategie in Monaco het verschil tussen winnen en niet winnen maken. Vraag dat maar aan Lewis Hamilton, vorig jaar. Het argument dat inhalen in Monaco onmogelijk is willen we graag doodleggen met deze 9 bazen-overtakes op een rijtje. Maar toegegeven, inhalen is wel lastig.

In aanloop naar de tunnel bevindt zich een combinatie van poeptrage bochten, en de traagste van allemaal is de Fairmont-haarspeld, die met slechts 48 km/u genomen wordt. Het contrast met wat daarna komt kon haast niet groter: in de knik in de fameuze tunnel staat alweer 260 op de klok. Alleen bochten als de fameuze Eau Rouge op Spa doe je sneller.

Ook al is het een krap stratencircuit, de immens snel accelererende bolides weten - geholpen door bakverhoudingen die vlakbij elkaar liggen - elke ronde toch nog de 300 km/u te halen.

In Monaco wil Pluvius zich nog wel eens laten zien, en als dat gebeurt wordt het écht spannend. Regenraces zijn sowieso altijd een goede equalizer, maar in Monaco wordt het circuit er nóg onvergeeflijker van. Precies 20 jaar geleden - in 1996 - finishten slechts 6 auto's in een door Olivier Panis gewonnen natte GP. U kunt de gehele race HIER terugkijken, als u tijd teveel hebt.

Het is in Monaco altijd fun met de introverte Fin. De eigenzinnige Kimi toonde zich in 2006 een absolute eindbaas toen hij na het uitvallen nog TIJDENS de race op zijn jacht plaatsnam. 'Fuck protocol, ik ga lekker zuipen', moet hij gedacht hebben toen hij zijn overall uittrok en zich bij zijn entourage voegde.

Ook in 2013 veroorzaakte Raikkonen een klein golfje, door na een aanvaring met Sergio Perez over de teamradio te verkondigen dat hij hem graag op zijn muil wilde slaan. Aldus Kimi, die er niet voor terugdeinst een fotograaf die te dicht in zijn persoonlijke ruimte komt om te kegelen (Silverstone 2008. never forget)

Ayrton Senna da Silva zal nooit vergeten, maar wel steeds meer uit de recordboeken gereden worden. In Monaco prijkt zijn naam nog fier bovenaan het lijstje van multi-winaars. Tussen '89-'93 en in '87 was Monaco een prooi voor de Braziliaan. Op de kopfoto zie je hem overigens tijdens de race van '84.

Ook dit jaar gaat niemand het record evenaren, Nico Rosberg heeft met 3 zeges (de laatste drie GP's) de meeste overwinningen onder zijn riem van het huidige deelnemersveld. Hamilton won Monaco slechts één keer, in 2008. We hebben het niet uitgezocht, maar het zou nog wel eens het enige circuit kunnen zijn waar wijlen Ayrton nog met een dergelijk record in de annalen staat.

 De meeste coureurs kunnen lopend van hun appartement naar de paddock. Ook Max Verstappen woont sinds vorig jaar in Monaco, toevallig in hetzelfde complex als zijn huidige teamgenoot Ricciardo.

Bonus. F1-coureurs draaien bij Clarkson om de hete brij heen.