Jenson Button bestelt speciale Lotus Evija

Extra beloningen voor goede prestaties zien wel vaker in de Formule 1. Zo kreeg Mika Salo van Toyota een Le Mans-motor mee toen zijn contract erop zat en wist Jean Alesi een Ferrari F40 bij de Scuderia los te peuteren. Het hoort er een beetje bij als je voor een grote fabrikant goed scoort.

Bij Jenson Button ligt dat verhaal een beetje anders. Zijn grootste successen behaalde hij namelijk voor het kleine en chronisch aan geldgebrek lijdende Brawn GP. Ondanks het kleine budget wist het team met de innovatieve BGP 001 en z'n dubbele diffuser beide titels van 2009 binnen te slepen. Jenson mocht daarop met zijn winnende chassis naar huis.

Goed alternatief

Met een volbloed F1-wagen kun je echter niet even de straat op. Daarom heeft Button een goed alternatief gezocht bij zijn favoriete automerk: Lotus. En dan hebben we het natuurlijk niet over een lullige Elise of Evora. Om de snelheid van zijn oude Brawn een beetje te benaderen is Jenson gegaan voor de nieuwe, volledig elektrische Evija.

Simplify, then add batteries lightness

De 2001 pk sterke hypercar met vier wielmotoren weet van nul naar honderd te sprinten in minder dan drie seconden. Daar helpt ook het immense koppel van 1700 Nm bij. Zoals het een Lotus betaamt is de EV relatief licht: 'slechts' 1680 kilo. De vergelijkbare Rimac Nevera legt maar liefst 2150 kilo op de schaal. De prijs weegt wel wat zwaar: maar liefst $2.1 miljoen exclusief opties.

Brawn voor de straat

Uiteraard is de auto uitgevoerd in de iconische kleuren van Button's titel-winnende racer. Zo heeft Jenson dan toch eindelijk een straatauto waarmee hij opzichtig zijn F1-successen kan vieren. De inwoners van Los Angeles zijn alvast gewaarschuwd.

Going electric 🔌⚡️

It’s no secret that I’m a big fan and long-time admirer of Lotus. I’ve been eyeing up one of these beauties for a while -

What do you think of my Evija’s livery?!

I can’t wait to get behind the wheel in the canyons out here in LA#lotus #evija @lotuscars pic.twitter.com/xJxL7nsr1o

— Jenson Button (@JensonButton) June 29, 2021