Formule E denkt aan overstap naar waterstof

Na zeven seizoenen wordt de elektrische raceserie eindelijk creatief: het ooit zo verguisde accupakket moet dan toch een keer gaan verdwijnen.

Formule E denkt aan overstap naar waterstof

Het begon eind 2014 allemaal wat ongemakkelijk met de Formule E. De wagens ware uitzonderlijk traag, de circuits ongeïnspireerde betonnen jungles en de accucapaciteit was om te huilen. De beelden van coureurs die halverwege de race van auto moesten wisselen trokken de geloofwaardigheid van de serie meteen in twijfel.

Grote fabrikanten

Ondanks die ruwe start bleef oprichter Alejandro Agag volhouden. Met de tweede generatie FE-wagens werden in 2018 al flinke stappen gemaakt, waardoor autowissels verleden tijd werden. In korte tijd trok de formule zelfs de fanatieke steun van de autoindustrie naar zich toe. Het 2019-2020 seizoen telde maar liefst zeven grote fabrikanten: Audi, Jaguar, Porsche, BMW, DS, Mercedes en Nissan.

Aandacht verloren

De serie wist de aandacht van drie van deze fabrikanten echter niet vast te houden. Audi, BMW en Mercedes vonden dat er te weinig eer te behalen was aan het racen met de technisch zeer beperkte wagens.

De gestandaardiseerde Spark-chassis en vaste vermogens waren immers niet te rijmen met de PR-verhaaltjes over innovatie. Audi en BMW besloten terug te gaan naar Le Mans, terwijl Mercedes zich ironisch genoeg exclusief ging richten op de Formule 1.

Fabrikanten tevreden houden

Om de Formule E weer relevant te maken en fabrikanten tevreden te houden komt de serie in 2023 met de derde generatie. Het vermogen van de Gen3 is gestegen van 335 naar 470 pk en de wagen kan 600 in plaats van 250 kilowatt aan energie terugwinnen. Bovendien is het ontwerp wederom bijgeschaafd met een futuristisch 'delta-wing' profiel.

Tegenover Motorsport.tv was Alejandro Agag enthousiast over de nieuwe wagens. De Argentijn dacht echter al meteen hardop na over het formuleren van de volgende generatie:

"Gen3 is nu al fantastisch. Maar we beginnen nu al na te denken over Gen4, dat over vijf jaar komt. We moeten de discussie nu starten. We zullen natuurlijk de fabrikanten die nu bij ons uitnodigen, maar we zullen de groep ook uitbreiden om alle fabrikanten die mee willen denken over hoe Gen4 eruit moet komen te zien uit te nodigen. Alles ligt daar voor open. Alles is mogelijk."

Formula E Gen3

Brandstofcel

Één van de speelballen in die open discussies is de overstap van accupakketten naar waterstof. De huidige technologie heeft kennelijk zijn piek bereikt. Met behulp van een waterstof-brandstofcel wil Agag de Formule E veel vooruitstrevender maken. De technologie wordt al gebruikt in zusterserie Extreme E om de Odyssey 21 offroaders mee op te laden. Het vooruitzicht van een Formule H vindt Agag dan ook interessant:

"Waterstof is binnen de licentie die de Formule E met de FIA heeft [om 25 jaar een alleenrecht op elektrische single seaters te hebben]. Er zijn twee manieren waarop je waterstof kunt gebruiken: één manier is om het te verbranden, wat erg inefficient is, maar sommige mensen werken eraan om het efficiënter te maken."

"De andere manier, wat de manier is die wij zouden gebruiken, is een waterstof brandstofcel die elektriciteit produceert waarmee een elektrische motor aangedreven wordt. Dus zodra die technologieën breed verkrijgbaar zijn en opereren op een race-niveau, dan zullen we er zeker naar kijken."

Over iets meer dan een jaar zal het voor Agag duidelijk worden of waterstof op de korte termijn zin heeft in de autosport. In 2023 gaat namelijk het in 2002 aangekondigde HYRAZE van start, een kampioenschap voor waterstof prototypes ontwikkeld door Mercedes technische partner HWA.

HWA HYRAZE sport prototype op waterstof

De balans

Het terugbrengen van het innovatieve element van de Formule E is dus een belangrijk stokpaardje voor Alejandro Agag. Toch blijft hij op twee gedachten hinken. Het is belangrijk dat de serie nut heeft voor de grote fabrikanten, maar Agag is bang dat de nieuwe technologieën enorme investeringen zullen vragen, waardoor de serie dood zal bloeden:

"Je moet de fabrikanten een hoeveelheid vrijheid geven zodat ze technologieën kunnen ontwikkelen en een reden zullen hebben om mee te strijden in het kampioenschap. [Maar] de balans is essentieel. Hoe meer vrijheid je ze geeft, hoe meer geld de teams zullen uitgeven en na een tijdje raakt het geld op en verlaten ze het kampioenschap."

De Formule E is echter al voorbereid op dit soort doemscenario's. Vanaf volgend jaar zullen de fabrikanten gebonden zijn aan een budget cap van 25 miljoen per twee seizoenen. Het is afwachten of het kampioenschap in de tussentijd de aandacht vast weet te houden.

Autosport
  • ABB Formula E, Mercedes-Benz
  • ABB Formula E