De naam Shelby associeren we eigenlijk automatisch met Ford. De organisatie van kippenboer en Le Mans winnaar Carroll Shelby haalde de banden met de Blue Oval in 1961 aan voor de productie van de legendarische Cobra.
Later nam hij het GT40 project over en zette hij special varianten van de populaire Mustang op de weg. Na de vier achtereenvolgende overwinningen op Le Mans had Ford echter wel even genoeg gehad van de GT-racerij, waardoor Shelby op zoek moest naar een nieuwe partner.
Mes in de rug
Via een oude bekende kwam Carroll in contact met Toyota. De Japanners aasden erop om de lucratieve Amerikaanse markt over te nemen met een exotisch wapen: de 2000 GT. De bijzondere sportwagen werd ingezet als de ultieme halo car om Toyota's imago op te vijzelen. Naast een prominente rol in de Bond-film You Only Live Twice werd de auto vooral gepromoot op de recent aangelegde Japanse circuits.
In een poging dezelfde publiciteit te genereren in de States had Toyota ontwerper Pete Brock gecontracteerd. Brock was verantwoordelijk voor de Shelby Daytona die in 1965 de Ferrari 250 GTO versloeg in het GT-kampioenschap. Zonder enige vorm van scrupules wurmde Carroll Shelby zich tussen zijn oude strijdmakker en Toyota en stelde hij voor de 2000 GT met lichte aanpassingen te runnen in het SCCA Production kampioenschap. Vanwege zijn reputatie en een lucratief bandencontract wist Shelby de Japanners te overtuigen Brock links te laten liggen.
Eenmalige oefening
Shelby prepareerde drie 2000 GT's met een 230 pk variant van de 3M tweeliter zesinlijn, magnesium wielen, minimale rolkooi, racekuipen en diverse andere kleine aanpassingen. Twee van die machines namen deel aan het SCCA seizoen, terwijl de derde dienst deed als een reserve. Coureurs Ronnie Bucknum, Scooter Patrick en Dave Jordan gingen in klasse C de strijd aan met een armada van Porsches.
De Shelby-Toyota's wonnen meerdere races, maar eindigden het seizoen als tweede achter het Duitse merk. Vanwege tegenvallende verkopen van de 2000 GT trok Toyota na 1968 de stekker uit het project. Met het vrijgemaakte budget werkte Toyota door aan de tweede generatie van een veel potentere auto: de beruchte Toyota 7.
Road racer
Een dikke halve eeuw later staat één van die machines op het punt om onder de hamer te gaan. Tijdens de veiling van Gooding & Company op het prestigieuze Amelia Island Concours zal chassis MF10-10001 aangeboden worden.
Het is de allereerste 2000 GT met een officieel chassisnummer. De exoot werd meteen na z'n race carriere doodleuk rondgereden als straatauto. In de late jaren '70 werd de wagen ontdekt door Bob Tkacik en Peter Starr van Main Line Exotics, waarna er een 15-jaar lang restauratieproject gestart werd om de auto in volledig originele staat te krijgen.
Toprestauratie
Na de restauratie werd de auto onderdeel van Tkacik's privecollectie. De 2000 GT werd al snel een graag geziene gast bij autoshows en vintage races, zoals de Monterey Motorsports Reunion op Laguna Seca en het Goodwood Festival of Speed. In 2017 won de auto ondanks de leeftijd van de restauratie het Amelia Island Concours.
Recordbreker
Gooding & Co heeft verder nog geen details vrijgegeven over de prijs van de 2000 GT. Waarschijnlijk is deze dan ook haast niet in cijfers uit te drukken. In november werd een standaard exemplaar voor maar liefst $850.000 (€741.147), wat destijds gezien werd als een 'koopje'. Het record staat namelijk op $1.2 miljoen (€1.04 miljoen) bij een RM Auctions veiling in 2013.
De unieke SCCA racer met het allereerste chassisnummer zal daar ongetwijfeld ver overheen gaan. Interesse? Wip je vitale organen er alvast maar uit.
- Gooding & Company, Barrett Jackson, Toyota
- Gooding & Company