Sinds 1993 is Mercedes een vaste noot binnen de Formule 1. Het merk keerde na bijna veertig jaar afwezigheid terug als officieuze motorpartner van Sauber, maar stapte na een jaar al over naar McLaren.
Toen dat succesvolle partnerschap op de klippen liep richtte Mercedes in 2010 een eigen team op met de overname van Brawn GP. Het team ploeterde een paar jaar, maar met het aantreden van de hybride power units bleek dat het merk een enorme voorsprong had op Ferrari en Renault. De rest is geschiedenis.
Verbrandingsmotor blijft
De wereld is sinds het start van die dominantie in 2014 flink veranderd. In het licht van de volledig elektrische revolutie waar bijna ieder merk zich op aan het voorbereiden is lijken de F1 turbo-hybrides alweer dramatisch achterhaald. Boze tongen beweren immers dat het een kwestie van tijd is voordat de top van de autosport toe moet geven dat elektrisch de toekomst is.
Volgens de man aan het roer van het merk met de ster bestaat dat gevaar echter niet. Ola Källenius is er namelijk van overtuigd dat er voorlopig gewoon ruimte blijft voor de verbrandingsmotor, mits deze op CO2-neutrale e-fuels kan lopen, zo verklaarde hij tegenover Autocar:
"We hebben als bedrijf besloten om een CO2-vrije richting op te gaan - het is de enige beslissing die je kan maken - en hetzelfde geldt voor de Formule 1. De volgende generatie power units die we zullen hebben zal meer nadruk leggen op de elektrische kant en er is een duidelijke inzet om de Formule 1 CO2-neutraal te maken. Er zal nog steeds een verbrandingsmotor zijn, maar deze zal gebruikt worden als lab om CO2-vrije brandstoffen te ontwikkelen, welke zeker nodig zijn voor de luchtvaartindustrie, maar misschien ook om de uitstoot van het bestaande wagenpark te verminderen."
Stroomtekort
Naast de noodzaak om synthetische brandstoffen te ontwikkelen noemt Källenius nog een belangrijke reden dat de Formule 1 voorlopig niet volledig elektrisch zal worden: het is praktisch gewoon niet haalbaar. Met de accutechnologie van vandaag is het rijden van een Grand Prix afstand met een respectabele snelheid simpelweg onmogelijk.
Aangezien de F1 een show moet blijven, heeft het de V6 gewoon nog nodig:
"We zitten nog niet op het punt waar je een race kunt rijden zoals we hadden Abu Dhabi alleen op de energie van de accu. Een sport zoals de Formule 1 moet een show opvoeren, dus het juiste pad is [de verbrandingsmotor] CO2-vrij maken. De accutechnologie is er nog niet."
Jong publiek
Mercedes blijf voorlopig dus nog wel even hangen in de F1, ondanks de belofte vanaf 2025 niet meer te investeren in verbrandingsmotoren. In 2030 wil het concern zelfs een verkoopstop invoeren voor verbrandingsmotoren in markten die dat toelaten. In diezelfde markten is de aandacht voor de F1 de laatste tijd echter alleen maar groter geworden, waardoor Mercedes de sport niet los kan laten. Vooral de jongere doelgroepen - die vooral aangesproken zijn door Drive To Survive - bieden volgens Ola kansen:
"[De F1] is significant aan het groeien, vooral in de jongere demografieën. De Netflix Drive To Survive serie is daarin een game-changer geweest. Dus we zijn blij dat we deel uitmaken van die show en dat we één van de krachten zijn binnen de F1, om het te benutten voor zowel onze technologische ontwikkeling maar ook voor marketing. Wat ons betreft heeft de sport een rooskleurige toekomst."
- Mercedes-AMG Petronas F1 Team, Mercedes-Benz