De opkomst van Turkije als autoproducent

Hoewel het land er onder Erdogans bewind economisch belabberd voor staat, is er een bedrijfstak waarmee het de laatste jaren crescendo gaat: de autoindustrie. Wist u dat Turkije vorig jaar meer dan 2 miljoen voertuigen produceerde?

Ford Transit Büsje - made in Türkiye

De auto-industrie is altijd in beweging, ook geografisch: na de laatste jaren steeds meer Europese productie richting landen als Polen, Tsjechië en Hongarije te hebben zien verdwijnen, raken nu landen als Spanje, maar ook Turkije steeds meer in trek. U zou kunnen stellen dat de Drang nach dem Osten plaats heeft gemaakt voor een Drang nach dem Süden, maar dat heeft een wat heikele historische connotatie.

De prijs bepaalt

De reden voor deze verschuiving laat zich raden: zeker in het segment tot, zeg, €25.000, kan je met de hoge uurlonen in het westen praktisch niet meer rendabel produceren. Die banen verdwijnen dus naar lage(re)-lonenlanden, waar volgens een strak gecontroleerd systeem naar westerse kwaliteitsmaatstaven geproduceerd wordt. Tegen een fractie van de prijs die in het thuisland betaald zou worden.

Turkije is wat dat betreft een prachtland: de lonen liggen er laag, en, wellicht nog belangrijker: er is een heel arsenaal aan arbeidskrachten voorhanden. Turkije heeft een gemiddeld zeer jonge populatie, en niet al deze jongeren zijn van werk voorzien (hoewel het ondernemerschap groot is).

Zo kan het dat het land dat in een ver verleden voor zijn enige productie moest leunen op een Fiat-franchise, inmiddels auto's maakt voor Ford, Renault, Toyota, en Honda. In 2018 werden er 1,22 miljoen auto's geproduceerd, zo blijkt uit cijfers van de branche-organisatie OSD. Ook in pickups is Turkije sterk: het maakte er 629.000, waaronder 366.000 voor Ford. Inclusief busjes, trucks, mini-busjes en aanverwanten stond de teller aan het einde van 2018 op 2.046.437 gemotoriseerde voertuigen.

Volkswagen, Skoda

Vandaag bleek dat de toekomstverwachtingen voor de Turkse auto-industrie nog wat zonniger zijn geworden: Volkswagen en Skoda gaan hun volgende Passat en Superb hoogstwaarschijnlijk in Turkije produceren. Er komt een nieuwe fabriek, bij Izmir, aan de Turkse westkust. Deze zal in 2022 operationeel zijn, en goed zijn voor 300.000 auto's per jaar. Automotive News Europe bericht hierover, op basis van documenten dat het inzag. Een woordvoerder van Volkswagen wil het gerucht niet bevestigen, maar geeft wel aan dat de gesprekken zich in een vergevorderd stadium bevinden. Of dit betekent dat de volgende generatie ook een extra robuuste en onverwoestbare tüütür krijgt, wordt niet vermeld.

Productie in Turkije voor de Europese markt is bij ons weten wel onderhevig aan EU-tarieven, maar kennelijk zijn deze niet onoverkomelijk. Dat je als fabrikant met een vestiging in Turkije een """eigenzinnige""" islamo-fascistische dictator steunt, die er niet voor schroomt zijn critici op te sluiten, in het buitenland op verkiezingstoernee te gaan, en Europese mogendheden voor rotte vis uit te maken, doet niet echt terzake. Het gaat hier immers om handel, niet om politiek.

Is het allemaal zonneschijn en voorspoed voor Turkijes auto-industrie? Dat niet: na het eerste half jaar van 2019 stond de teller op -13%, maar de mondiale productie lijkt dan ook af te koelen. Ook de binnenlandse vraag stortte in, maar dat is natuurlijk allemaal de schuld van Europa. Als de VW-maaksels in 2022 komen, moeten ze de markt overigens delen met de glorieuze Erdo-EV, die voor 2021 op de planning staat. Deze wordt better than Tesla. Uiteraard.