Volvo + Geely = Polestar
We kenden Polestar al een paar jaar van de opgepompte varianten van Volvo's. Nu is het merk echter voor zichzelf begonnen en moet het volledig elektrisch worden. De eerste auto die ze op de markt brengen hinkt echter nog op twee gedachten en is daardoor plug-in hybride. Marketeers noemen het ook elektrisch, maar geëlektrificeerd is preciezer, want benzine. Dit is de Polestar 1.
De combinatie van een tweeliter viercilinder met turbo én supercharger, een startgenerator maakte de auto al mild hybride, maar terwijl de eerste motorset de voorwielen aandrijven, zijn in de Polestar 1 ook de achterwielen aangedreven. De ontwikkelaars vonden één motor voor de achteras te weinig, dus kregen beide achterwielen een eigen motor. Elk wiel heeft 116 pk tot zijn beschikking. Dankzij die individuele aansturing kan de 1 echt torque vectoren. Niet, zoals gebruikelijk, door het binnenwiel af te remmen met de remblokken, maar door de elektromotor die aan de buitenkant zit meer power te geven. Zo drukt het buitenste achterwiel de auto daadwerkelijk door de bocht.
Tekst gaat door onder de afbeelding.
De hele aandrijving is voor de techneut natuurlijk fantastisch. Verbrandingsmotor goed voor 308 pk, startgenerator erbij met 68 pk en dan op beide achterwielen nog eens 116 pk. Het systeem is goed voor 609 pk en 1.000 Nm aan draaimoment. Er staat echter wat tegenover, want er zit een accupakket van 34 kWh in. Dat is goed voor een elektrische actieradius van 125 kilometer, maar het is natuurlijk loodzwaar. En al die motoren zijn ook niet van piepschuim gemaakt. De Polestar 1 weegt 2.350 kilogram.
Om dat gewicht nog een beetje onder controle te houden heeft Volvo Polestar een greep gedaan in de schatkist. De carrosserie van de 1 is van CFRP, oftewel carbon fiber reinforced plastic, koolstofvezel dus. Licht en sterk, maar ook rammend duur. Polestar zegt door het spul te gebruiken ruim 200 kilogram op de weegschaal te hebben weten te besparen.
Enfin, we stappen in en draaien aan de startknop. Niets. Het is immers een hybride. Standaard kiest de auto ervoor om zoveel mogelijk op zijn batterijenpakket te rijden. Hij gaat maximaal 160 kilometer per uur op alleen accucellen, dan haalt hij natuurlijk de range van 124 kilometer (WLTP) niet. Maar het is genoeg om van Fastned naar Fastned te rijden. Daar kan de Polestar overigens aan de 50 kW-lader en dat gaat vrij snel in 20 minuten laadt hij de halve accu vol, dat is weer 60 km rijden.
Bij het wegrijden op de klinkervloer bij Polestar merk je meteen wat van de carbon body, het geluid van de straatstenen klinkt anders dan je gewend bent. Niet storend, maar het valt meteen op dat het 'plastic' anders resoneert dan een metalen carrosserie. Als we de snelweg op draaien is het moment om het gaspedaal ook maar even te vloeren, waardoor de viercilinder gewekt wordt.
De versnelling is indrukwekkend, maar eigenlijk missen we het drama zoals een Maserati het geeft. Nul naar honderd kilometer per uur kan in 4,2 seconden. Dat getal zou heel goed kunnen kloppen, het voelde rap genoeg.
Spoiler
Bij snelheden hoger dan 100 km/u klapt uit de achterklep een spoilertje omhoog. Het doel is wat extra neerwaartse druk op de achteras. De lelijke flapper zakt bij 70 km/u weer netjes op zijn plek, waardoor de auto er weer stijlvol uit gaat zien. Wie graag showt met zijn beweegbare vin kan een knopje op het portier indrukken om de spoiler te laten verschijnen.
De wegligging wordt verder verzorgd door gigantische 21 inch wielen met flinke rubberen schoenen (275/30 R21 (voor) en 295/30 R21 (achter)). De dempers komen van Öhlins en de remmen van Akebono en hebben opvallende gele klauwen. De combinatie gumt niet het hele gewicht van de Polestar 1 weg, maar hij rijdt sportief genoeg. Een supercar is het echter niet, ondanks zijn prijs en zijn power output. Eerder is het een Muscle Car. Van de zijkant naar achteren kijkend heeft hij ook wel wat weg van een beschaafde Dodge Challenger. Dat komt vooral door de dikke flanken en de scherpe lijnen die Polestar in het CFRP kan vouwen. Van achteren heeft de auto wat ons betreft een iets te brave 'Volvo'-look.
Eigenlijk is datzelfde van toepassing aan de binnenkant. Het ziet er allemaal mooi uit, maar in een goed van opties voorziene XC90 ziet het er exact hetzelfde uit. Dat het een stiekeme Volvo is heeft natuurlijk ook zijn voordelen: de stoelen zitten perfect en het is een echte GT om kilometers mee te maken. Naar het huis in Zuid-Frankrijk bijvoorbeeld. Al is het daar waarschijnlijk helemaal niet zo fijn dat het hele dak van glas is.
Wij zouden graag aan de huidige realiteit ontsnappen in deze zuinige hybride kilometervreter. Want dat is een punt dat we nog even moeten bespreken. Het was ons nog nooit gelukt om een auto te testen en aan het eind van de dag maar acht liter benzine te hoeven tanken. Tot nu toe, want in de Polestar 1 gebeurde het. Okay, we hebben ook nog een half uur bij de Fastned-lader gestaan om ervoor te zorgen dat de accu's vol genoeg bleven. En als we meer tijd hadden gehad voor wat bezoekjes aan laadpalen, was er waarschijnlijk nog minder Arabisch water door de motor gestroomd.
Als laatste komen we dan bij de prijs. Eh ja, die is vrij hoog: €159.500. Daarvoor heeft u wel bijna alle opties. Er is uiteraard een lijst met dingen die naar smaak aangepast kunnen worden, maar dat levert geen meerprijs op. Alleen de matte uitvoering van de exterieurverf kost €5.000. Dat is als u echt wilt laten zien dat u een serieuze berg fuck you money heeft. Maar het enkele bezit van de Polestar 1 is dat ook al, want u kunt voor hetzelfde geld ook een Porsche 911 voor de deur zetten. Maar ja, dan heeft u niet een van de weinige Polestar 1's die er ooit gebouwd worden (in China).
- Matthijs Goes
- Matthijs Goes