In de racerij gebeurt het niet snel dat een individuele auto beroemd wordt. Ja, er zijn legendarische modellen, maar het is normaal om verschillende chassis te gebruiken. Na een enkel seizoen is de carriere van dat model bovendien vaak al over.
Een flinke uitzondering op die regel is de Opel Manta van Kissling Motorsport. De cultauto doet al sinds 1994 onafgebroken mee aan de 24 uur van de Nurburgring op de beruchte Nordschleife. In die tijd is de auto een echte volksheld geworden.
Einde verhaal
Helaas lijkt er aan de lange carriere van de geliefde Opel een einde te gaan komen. Volgens huidige eigenaar Olaf Beckmann is het niet langer rendabel om de auto bij de Nurburgring Langstrecken-Serie in te zetten. Reden hiervoor is een aantal kostbare reglementswijzigingen. Dit betekent onder andere flink verhoogde bedragen aan inschrijvingsgeld.
Flinke verhoging
Naast de extra kosten als gevolg van COVID-19 maatregelen heeft organisator VLN voor alle elf races op de kalender helikopters gecharterd. De kosten hiervoor worden doorberekend aan de teams. VLN kondigde een stijging van het startgeld van vijf procent aan.
Voor de kleine teams werd dat in de praktijk echter tot wel 34 procent, dankzij het tegelijkertijd wegvallen van subsidies die onafhankelijke teams moesten stimuleren. Dat komt gemiddeld neer op €1.070 per race in plaats van €800. Geen kleine bedragen dus, over een seizoen gezien. Daarbij is het niet langer toegestaan om je in te schrijven als onafhankelijke coureur. Je kunt je alleen als team aanmelden, wat nog eens €1.300 extra kost.
Oneerlijk
Terwijl de kleinste teams enorm belast worden, hebben de grote GT3-teams alleen te maken met de aangekondigde verhoging van vijf procent. Veel kleinere teams trokken hieruit hun conclusies en trokken zich terug uit het kampioenschap. Ze vinden het onbegrijpelijk dat de organisatie in deze barre tijden zoveel extra geld vraagt.
Tegenover Motorsport.com uit Beckmann zijn frustraties: “Er valt niet aan te twisten dat de kleinere teams niet langer eerlijk behandeld worden in vergelijking [met grotere teams]. Als ze zeggen dat ze het startgeld met vijf procent gaan verhogen, maar ik boven de 30 procent of meer moet gaan betalen, dan is het niet eerlijk."
Twee klasses
Afgezien van de hogere kosten zit Beckmann met een uniek probleem: de klasse waarin zijn Manta reed houdt voor de 24-uurs race op te bestaan. Gruppe H was bestemd voor historische racewagens tot 1996, maar de Opel was de laatste auto die nog onder die regels meereed. VLN leek het daarom slim om de klasse compleet op te heffen, waardoor de Manta noodgedwongen over moet stappen naar de SP3-klasse.
In de NLS zijn Gruppe H auto's nog wel toegestaan, waardoor de Opel alsnog mee kan doen. Voor de N24 zal er onder de SP3-regels echter 70 kilo toegevoegd moeten worden. Om te testen hoe de auto zich met dat extra gewicht gedraagt wil Olaf Beckmann in een of twee NLS-races onder de SP3-regels gaan rijden. Dat betekent echter dubbel inschrijfgeld, aangezien verschillende klasses verschillende racenummers gebruiken.
Museum
Olaf Beckmann ziet het somber in. Hij vindt dat de VLN bezig is met het wegpesten van de kleinere, minder waardevolle teams. Als het zo doorgaat stuurt hij de iconische Opel Manta waarschijnlijk naar een museum: “Als mijn gevoel dat kleinere teams niet meer welkom zijn aanhoudt na dit seizoen, dan zal ik serieus nadenken over ander opties of de auto voorgoed het museum in sturen."