'F2 en F3 stappen als eerste over naar synthetische e-fuel'

De Formule 1 is dankzij de titanenstrijd tussen Max Verstappen en Lewis Hamilton populairder dan ooit, maar de sport kampt nog altijd met flinke uitdagingen. Op PR-vlak loopt de parel in de kroon van de FIA nog altijd achter: alles draait vandaag de dag immers om milieuvriendelijkheid en elektrificatie.

Hoewel de huidige auto's een uitgebreid hybridesysteem hebben lopen de 1,6 liter turbo V6-blokken nog altijd op smerig dinosap. Het schone imago waar de F1 zich zo krampachtig aan wil verbinden weet daardoor niet echt te overtuigen. Er moet meer gedaan worden om met name fabrikanten en sponsors te overtuigen van de groene marketingwaarde van de sport.

E-fuels

Na lang wikken en wegen heeft de top van de F1 eindelijk besloten om de volgende generatie F1-motoren geschikt te maken voor het gebruik van zogeheten e-fuels.

Deze synthetische of organische brandstoffen leveren namelijk een aanzienlijk verminderde CO2-uitstoot op, waardoor de marketingjongens weer wat te pronken hebben. De sport sterkt meteen het eigen groene imago aan door te beloven de brandstoffen door te ontwikkelen voor passagiers en vrachtvervoer, iets waar bijvoorbeeld Porsche al een tijd mee bezig is.

Niet geschikt voor innovatie

In gesprek met het Institute of Mechanical Engineers doet F1 Chief Technical Officer Pat Symonds een boekje open over de geplande transitie naar milieuvriendelijke brandstoffen. Volgens de ex-Toleman, Benetton, Renault, Virgin en Williams-man gaat het proces echter heel anders in zijn werk dan de gloeiende slogans doen geloven.

Als vlaggenschip van de FIA met een sterke reputatie voor innovatie lijkt het niet meer dan logisch dat de Formule 1 het voortouw zal nemen bij de ontwikkeling van de e-fuels. Dat is immers wat de veelbelovende slogans ons willen doen geloven. Symonds ziet de F1 echter niet langer als een innovatief laboratorium:

"Bij de Formule 1 zijn er meerdere brandstofmerken betrokken, zijn er verschillende soorten motoren en moet alles perfect zijn. We kunnen niet een brandstof formuleren die een voordeel oplevert voor de ene motor tegenover de andere. Dus dat is een groot probleem."

Perfect laboratorium

Het ontwikkelen van de nieuwe brandstoffen zal volgens Symonds veel makkelijker gaan in de lagere niveaus van de sport. De Formule 2 en Formule 3 zijn een perfect laboratorium, aangezien ieder team met dezelfde Mecachrome V6 op dezelfde brandstof rondrijdt. Dat maakt de omstandigheden veel constanter en geeft meer marge voor eventuele fouten:

"We zullen de duurzame brandstoffen introduceren bij de Formule 2 en Formule 3 voordat we dat doen bij de Formule 1. De reden daarvoor is dat Formule 2 en Formule 3 één type motor gebruiken, ze gebruiken één enkele soort brandstof. Dus we hoeven het maar één keer te doen. En, om eerlijk te zijn, hoeft het niet perfect te zijn."

1 miljoen liter

Naast de verschillen tussen fabrikanten levert de F1 nog een probleem op voor Symonds en zijn team. Vanwege het enorm gegroeide aantal Grand Prix is er simpelweg niet voldoende productiecapaciteit om genoeg synthetische brandstoffen aan te kunnen leveren voor een volledig seizoen. Tegelijkertijd is het verbruik van één miljoen liter per jaar niet genoeg om over te gaan op productie in een echte fabriek:

"We gebruiken een redelijke hoeveelheid brandstof, ongeveer een miljoen liter per jaar. Nu is dat realistisch gezien niet veel, maar het valt tussen wal en schip: het is een beetje te veel om in een laboratorium te maken, maar niet genoeg om in een echte fabriek te produceren. In 2023 zullen er tenminste twee fabrieken zijn waarbij we betrokken zullen zijn en daar vechten we voor. Dit is heel belangrijk voor ons."

Wereldwijd gebruik

Het hoofdpunt van de transitie is geen marketingactie, maar essentieel voor het voortbestaan van de planeet, aldus Symonds. Het ontwikkelen van een CO2-neutrale brandstof is volgens hem hét alternatief voor elektrificatie.

Het is dus essentieel dat de brandstof wereldwijd ingezet zal kunnen worden, zonder verregaande aanpassingen aan bestaande verbrandingsmotoren. Aan een exotische racebrandstof heeft immers bijna niemand iets:

“We hebben een heel volledige definitie van hoe onze geavanceerde duurzame brandstoffen eruit moeten zien. We doen niet aan greenwashing, het moet correct zijn en we geloven er sterk in. We geloven echt dat een geavanceerde duurzame brandstof, op de voorwaarde dat je het meteen kunt gebruiken, echt bij kan dragen aan een parallel pad naast elektrificatie."