Mike Rockenfeller: 'DTM wordt leuker met Super-GT3 auto's'

De DTM stond begin dit jaar op het randje van de afgrond. Door het vertrek van Mercedes-Benz, Audi en uiteindelijk BMW bleek dat dure Class One toerwagen regels niet langer houdbaar waren. Een doorstart met de huidige regels was zonder officiële steun van een grote fabrikant niet mogelijk, waardoor het ooit roemruchte toerwagenkampioenschap het voor 2021 over een compleet andere boeg gooit.

Super-GT3

In plaats van de speciaal gebouwde silhouet racers van weleer - die uiteindelijk meer reden als een formulewagen dan een toerwagen - gaat de DTM verder met auto's gebaseerd op de populaire FIA GT3 regels. Reden hiervoor is de beschikbaarheid van voldoende verschillende modellen en priveteams die met de auto's onder de prestigieuze DTM-vlag zouden willen racen.

De stap baart echter ook genoeg zorgen. De DTM loopt het risico zijn identiteit te verliezen door nog verder van zijn toerwagen-roots weg te gaan. Uiteindelijk is de Deutsche Tourenwagen Masters compleet betekenisloos in de huidige context.

Daarbij zijn er verschillende kampioenschappen die al met GT3-machines werken, zoals het lokale ADAC GT Masters, verschillende nationale GT kampioenschappen en de diverse Blancpain series. Ook is de FIA samen met de SRO bezig met een GT2-kampioenschap voor auto's die krachtiger zijn dan GT3, maar zwaarder en minder afhankelijk van de aerodynamica.

Het zal voor de nieuwe DTM dus moeilijk zijn om in die zee van nationale en internationale GT-kampioenschappen een uniek profiel te creëren waardoor de serie überhaupt bestaansrecht heeft.

Mike Rockenfeller

Volgens de DTM-kampioen van 2013 zitten er ook positieve kanten aan de overstap naar 'Super-GT3', maar ook hij moet tegenover Autosport toegeven dat het niet de ideale keuze is:

"We know why the DTM is going that route next year. It's not because we know it's the best car in a way, but it's the most available car and it's a really good platform, worldwide these cars are used."

Mindere rijervaring, beter races

Kijkend naar de populariteit van GT3 in zijn geheel concludeert Rockenfeller dat het racen qua competitie zal verbeteren ten opzichte van de geavanceerde en ietwat fragiele Class One DTM-wagens:

"They are producing great racing, that's for sure. I think the racing can be awesome. And the racing can actually be better than it is now."

De Audi-rijder en Le Mans winnaar van 2010 vindt het aan de andere kant ook jammer dat hij de snelheid, precisie en downforce van de huidige auto's zal moeten missen. Volgens hem is een dergelijke auto een veel grotere uitdaging, iets waar hij van geniet als coureur:

"There is no doubt from pure pleasure of driving you come down from F1, LMP1, maybe DTM and then to GTE and GT3. The faster a car is, the more downforce you have, the more tire grip you have, the more precise you can drive the car, the more...it just goes down and down for a bit [with the GT3-cars]. The current DTM cars or Super GT or Class One, however you want to call it, I think they are very much a prototype. More close to LMP2 than to GT3. I'm not saying it's not enjoyable to drive a GT3, not at all. Just trying to explain."