Dit zijn Aston Martin's F1 safety en medical cars

De safety car is een relatief nieuw fenomeen in de Formule 1. Al in 1973 werd een Porsche 914 ingezet bij de Canadese Grand Prix, maar het duurde tot 1996 voordat het volledige seizoen een auto aanwezig was. Dat was destijds een Mercedes C36 AMG. De relatie met Mercedes werd elk jaar weer verlengd, waardoor er uiteindelijk tien verschillende modellen de rol op zich namen. Dit seizoen komt daar echter gedeeltelijk een einde aan.

Aston Martin

De terugkeer van Aston Martin als team op de grid heeft er namelijk voor gezorgd dat de helft van de Grands Prix voor rekening zullen komen van het Britse merk. Dat hebben we te danken aan miljardair Lawrence Stroll. Papa Stroll heeft duidelijk een beetje invloed uitgeoefend om zijn bedrijf wat meer glans te geven. De Mercedes AMG GT R zal vervangen worden door een Vantage en de C63 S AMG Estate wordt afgelost door een Aston Martin DBX.

Vantage

De Vantage safety car verandert eigenlijk niet zo veel aan het beeld en geluid dat we gewend zijn. De auto heeft dezelfde twin turbo vierliter V8 als zijn Mercedes-neefje. Het blok levert in de Vantage de standaard 510 pk. Daarmee kan de auto van naar honderd sprinten in 3,7 seconden. Met behulp van verbeterde ophanging en een aërodynamisch pakket moet de Aston snel genoeg zijn om de banden van de F1-wagens erachter warm te houden.

DBX

Als medical car heeft de DBX een hele andere rol. De SUV hoeft gelukkig niet voor een verveelde Lewis Hamilton uit te knallen. Met een 550 pk-versie van dezelfde AMG V8 moet de auto juist zo snel mogelijk op de plaats van een ongeval zijn. De DBX is uitgerust met een defibrillator, brandblussers en een brandwondenkit om in alle situaties assistentie te kunnen bieden. Afgelopen jaar hebben we kunnen zien hoe belangrijk dat is.

Geen conflict

Je zou denken dat het gebruiken van twee verschillende merken een conflict oplevert. Daar is echter geen sprake van. Aston Martin is namelijk voor 20% in handen van Mercedes. Zelfs teamchef Toto Wolff heeft een aandeel van bijna vijf procent. Het promoten van een 'rivaal' is dus niet aan de orde. Wat de verdeling precies zal zijn tussen de merken is nog niet bekend.