Zandvoort wuift kritiek over grote camping weg: 'Voldoet aan de voorschriften' 

Na lang billenknijpen kregen we afgelopen vrijdag eindelijk het verlossende woord: ja, de Grand Prix van Nederland mag dit jaar doorgaan. De enige voorwaarde was een reductie van de maximale capaciteit naar 70%. Dat betekent dat een deel van de fans helaas teleurgesteld zal worden, maar het merendeel zal dus toch eindelijk de tweede thuisrace voor Max Verstappen meemaken.

5000 man op de camping

In de door de coronaregels geteisterde festival en entertainment industrie werd de beslissing echter niet zo positief ontvangen. Zij vinden het niet kunnen dat er op een Zandvoort een driedaags evenement met in totaal 210.000 bezoekers gehouden mag worden, terwijl festivals vastzitten aan enkele dagen met maximaal 750 bezoekers.

Dat de Grand Prix onder de regels van een sportevenement met vaste zitplaatsen valt is nog tot daar aan toe, maar dat er speciaal voor de race een camping met plaats voor 5000 man neergezet wordt is volgens de sector onbegrijpelijk. Overnachtingen in tenten waren nou juist de reden waarom meerdaagse festivals verboden waren.

'Tijdelijk campingterreintje'

Zandvoort's burgemeester David Moolenburgh verklaarde tegenover het NOS Radio 1 Journaal de redenen waarom het Official 538 Dutch Grand Prix Village gewoon mag bestaan: "Enige tijd geleden hebben we een vergunning afgegeven voor een tijdelijk campingterreintje voor naast het circuit. Het is een camping zoals we er zoveel hebben in Zandvoort. Bij een festival blijft het overgrote deel van het publiek ook slapen op de terreinen. Hier gaat het om een relatief kleine camping ten opzichte van het aantal bezoekers."

Volgens Moolenburgh moet je de camping en het evenement dus los van elkaar zien. Het is niet alsof tienduizenden mensen bij elkaar slapen op het terrein van een festival zoals Pinkpop of Lowlands. Bovendien is ongeveer de helft van de campingplekken gereserveerd voor vrijwilligers en andere medewerkers die nodig zijn op het circuit.

Altijd testen

Moolenburgh kreeg bijval van demissionair premier Mark Rutte. Tijdens het coronadebat van woensdag ging hij in op het hoe en waarom van de Dutch Grand Prix. Volgens Rutte is de lijn tussen de camping en het evenement zeer duidelijk. Je moet immers altijd testen voordat je het circuit op gaat:

"Wij geven geen toestemming aan individuele evenementen. Wij stellen randvoorwaarden voor wat wel en wat niet mag. [Op Zandvoort zitten] mensen op hun eigen stoeltje en moeten voor elke dag een kaartje hebben. En over die camping: er slapen daar mensen, maar daarmee is het nog geen meerdaags evenement. De bezoekers moeten zich om binnen te komen bij het circuit elke dag laten testen."

Willekeur

De uitsprake van Moolenburgh en Rutte hebben weinig gedaan om de onvrede in de festivalsector te verminderen. Het feit dat een camping op zichzelf toegestaan is doet in de ogen van de getroffen bedrijven weinig af aan de sterke link tussen de camping en het circuit. Het demissionair kabinet handelt volgens hen met duidelijke willekeur.

Meerdere promotors hebben aangekondigd komende zaterdag in vijf steden te gaan demonstreren. De aanval is echter niet gericht tegen de Grand Prix, maar tegen de zittende overheid. De sector wil dat er een einde komt aan de onlogische restricties zal proberen versoepelingen voor alle meerdaagse evenementen af te dwingen.