Ken Block kennen we vooral van opgefokte Fords, maar tegenwoordig loopt de Amerikaanse schoenenverkoper met vier ringen op zijn borst rond als e-tron ambassadeur.
Om de een of andere reden vond Audi het een goed idee om het elektrische label te promoten door Ken in vuurspuwende klassieke rallywagens te zetten. Perfect voer voor elke goedgeaarde petrolhead, maar wellicht minder aantrekkelijk voor de gemiddelde e-tron klant. In deel 2 gaan ze echter vrolijk verder met Audi's toerwagenhistorie.
quattro op het circuit
Het rijtje Group B, Group S en Group A rallyauto's loopt vloeiend over in de drie grote circuitlegendes uit Ingolstadt: de 200 Trans Am, 90 IMSA GTO en V8 DTM. Vanaf het verbod op Group B in 1986 begon Audi namelijk aan een bijzonder agressieve marketingcampagne om te bewijzen dat quattro ook op het asfalt een plek had.
Amerikaans avontuur
De veelbelovende Amerikaanse markt werd geselecteerd als het ideale podium om quattro nog groter te maken. De eerste strijdwagen werd in 1988 de 600 pk sterke 200 Trans Am.
De brute vijfcilinder sedan haalde meteen de titel binnen en werd door de geschrokken Yanks meteen verboden. Een jaar later deed de nog extremere, 720 pk sterke 90 IMSA GTO precies hetzelfde trucje nog eens dunnetjes over. Beide legendes bleven zelfs voor Ken Block echter onbereikbaar: hij kreeg geen toestemming om achter het stuur te kruipen.
V8 quattro DTM
Na het succes in de States richtte Audi zich op de eigen markt. door in 1990 de mateloos populaire DTM te betreden. Met de gigantische 3,6 liter V8 limousine trok het merk ten strijde tegen de vederlichte 2,5 liter viercilinders van BMW en Mercedes en de nogal lompe Opel Omega.
Net als bij de Trans Am en IMSA werd Audi aanvankelijk belachelijk gemaakt, maar al snel verstomde het gelach vanuit München en Stuttgart. De uiteindelijk 500+ pk sterke V8 quattro DTM ging meteen naar de titel. Ondanks extra strafgewicht kwam daar in 1991 nog een titel bij, waarmee Audi meteen het eerste merk werd dat succesvol zijn titel verdedigd had in de DTM.
Kromme krukas
In 1992 werd de auto nog zwaarder gemaakt, waardoor er drastische stappen genomen moesten worden om competitief te blijven. Audi besloot de krukas van de V8 tijdens het smeedproces te verbuigen om een flatplane crank te creëren voor meer toeren en meer topvermogen.
Onder de strenge Group A regels moesten er standaard productieonderdelen worden gebruikt, maar bij de officials claimde Audi dat het om het gewoon om het originele onderdeel ging: hij was alleen een beetje krom. Pas na protesten van BMW en Mercedes werd de krukas alsnog illegaal verklaard.
Uit schaamte trok Audi zich midden in het seizoen terug. In het diepste geheim werd er echter alsnog een auto ontwikkeld voor de nieuwe Class 1 regels: de 388 pk sterke 80 V6 quattro DTM. Die auto kwam om politieke redenen helaas niet aan de start, waardoor Audi zich ging richten op de BTCC.
- Ken Block