Begin jaren '90 was de toerwagenracerij heel eenvoudig Wilde je een extreem prototype dat toevallig op een straatauto leek? Dan ging je naar de DTM. Had je meer trek in een straatauto die toevallig een racewagen was, dan ging je naar de BTCC.
Het recept was simpel: een tweeliter motor met maximaal zes cilinders, geen turbo's en geen aerodynamische aanpassingen. Zo kwam je uit op een auto die er net zo uit zag als je vader's Opel voor de deur, maar toevallig heel erg hard ging. Het concept bleek zo populair dat de FIA de regels overnam als FIA Class 2 'Super Touring'.
Alles voor de marketing
Maar regels zijn er om gebroken te worden. Althans, dat was de filosofie bij Alfa Romeo. De Italianen hadden gezien wat de successen in de BTCC konden betekenen voor het imago van een merk en wilden koste wat het kost met de grootste bekers naar huis gaan.
Aangezien de auto's op technisch vlak vrij gelijkwaardig waren moest er op een andere manier een voordeel gevonden worden. Volgens de regels moest de racewagen exact hetzelfde silhouet hebben als de straatauto. Dat betekende dus geen extra spoilers. Bovendien moesten er tenminste 2.500 exemplaren bestaan van het model waarop de racer gebaseerd was.
Creatieve interpretatie
Om aan die regels te voldoen kwam Alfa Romeo met de 155 Silverstone. De toevoeging van een lagere bumper en een subtiele achterspoiler moest de auto gaan helpen op het circuit.
Maar daar bleef het niet bij: in de kofferbak werden extra delen meegeleverd om de spoiler mee te verhogen. Vooraan kon bovendien de splitter naar voren worden gezet. Door een grijs gebied in de reglementen was de Alfa ondanks de aerodynamische hulpmiddelen toch legaal.
Italiaanse stijl
Met ex-Formule 1 coureur Gabriele Tarquini achter het stuur won de 155 meteen de eerste vijf races van 1994 met overweldigende overmacht. Dat schoot natuurlijk in het verkeerde keelgat bij de andere negen fabrikanten.
In de aanloop naar de zesde ronde van het kampioenschap op Oulton Park werd Alfa Romeo eindelijk verteld dat ze de aerodynamische hulpmiddelen in de garage moesten laten. In typisch Italiaanse stijl werd het team woedend en verliet meteen het circuit.
Gebroken met de formule
Op Donington was het team terug, maar de vleugel en splitter bleven in de lage stand. Tarquini won nog drie races in de tweede helft van het seizoen, waardoor hij alsnog de titel veilig stelde.
Belangrijker was de erfenis van Alfa Corse: na het seizoen van 1994 werd een standaard aerodynamisch pakket geïntroduceerd en ging de holomogatie-eis omhoog naar 25.000 exemplaren. De BTCC zou nooit meer hetzelfde zijn. De Italianen hadden geen zin in de nieuwe regels en schoof het team door naar Prodrive. De DTM was op dat moment belangrijker.
Cadeautje
Een van die auto's die in 1994 geschiedenis schreef kan van jou zijn. Veilinghuis RM Sotheby's wordt chassis 90080 aangeboden, de auto waarin Tarquini bij de een na laatste race op Silverstone zijn titel verzilverde met een tweede plek en een overwinning. De auto heeft dus nooit gereden met de verhoogd spoiler.
Na het seizoen werd de auto nog even gebruikt om de aerodynamica voor 1995 te testen. Daarna werd de 155 teruggebracht naar 1994-specificatie en door teamchef Giorgio Pianta naar Gabriele Tarquini gestuurd als cadeautje. De Italiaan heeft er in de 26 jaar dat hij de auto in bezit heeft gehad bijzonder goed voor gezorgd.
Prijzig autootje
Zoals je mag verwachten gaat de 155 BTCC niet voor een paar stuivers mee naar zijn volgende eigenaar. RM schat de auto op €300 - 400.000. Daar krijg je een volledig gestript interieur, een naar achteren gekantelde 288 pk tweeliter viercilinder, een Q2-differentieel en een handgeschakelde vijfbak voor terug. Ben je een echte Alfist met extreem diepe zakken? De advertentie vind je hier.
- JEP via Twitter, Alfa Romeo, RM Sotheby's