'Dodge HEMI V8 wordt vervangen door efficiënte turbo zesinlijn' 

De Dodge Challenger, Charger en aanverwante Chrysler 300 zijn in veel opzichten de laatsten van hun soort. Ondanks het Mercedes-DNA zijn het in grote lijnen ongecompliceerde, comfortabele machines naar traditioneel Amerikaans recept. Vooral de Challenger houdt dat vaandel hoog door de laatste 'echte' muscle car te zijn: veel teveel vermogen in een chassis dat maar net mee kan komen op een bochtige weg.

Met uitsterven bedreigd

De kern van dat imago ligt in vier letters: HEMI. De merknaam stond ooit voor de afkorting van hemispherical, wat refereerde aan de halfbolvormige verbrandingskamers met de bougie pal in het midden. Die layout wordt vanwege de enorme ruimte die het inneemt niet meer gevolgd, maar de naam roept nog steeds visioenen op van brullende uitlaten en grondig verbrand rubber.

De HEMI is echter met uitsterven bedreigd: als onderdeel van moederconcern Stellantis moet Dodge namelijk met z'n tijd mee. Dat betekent voor de sterkste Hellcats dat ze vervangen gaan worden door een volledig elektrisch e-muscle model. Verder onderin het gamma is echter nog plek voor een meer betaalbare Challenger en Charger op dinosap. De Stellantis-specialisten van StellPower.com zeggen uit betrouwbare bron vernomen te hebben wat er onder de kap te vinden zal zijn.

GME T6

De nieuwste generatie fullsize Dodge modellen, zal echter niet op de oude voet verder gaan. In 2024 komt er namelijk na 16 jaar zowaar een modern platform. En daar hoort uiteraard een moderne motor bij. De traditionele 5.7L HEMI (400 pk) die we al sinds 2003 kennen gaat daarom de deur uit, net als de meer bescheiden 3,6 liter Pentastar V6 (305 pk).

Beide motoren zullen vervangen worden door de nieuwe wereldmotor van Stellantis: de Global Medium Engine Turbo 6 (GME T6). Deze 2,9 liter zesinlijn met turbo zou hetzelfde vermogen kunnen behalen als de oude 5.7, maar met een breder koppelbereik. Daarnaast doet het blok het een stuk beter bij de emissietests. Naar verluidt zal de Challenger de motor als eerste ontvangen, gevolgd door de Charger en wellicht Jeep SUVs en RAM pickups.

Terug naar de roots

Een zesinlijn in een Challenger klinkt als heiligschennis, maar het originele basismodel was gewoon te krijgen met een 3,2 liter of 3,7 liter Slant 6. Dat blok had in 1959 de originele Chrysler flathead six vervangen, een motor die al sinds het begin van het merk in 1925 in productie was.

Zes cilinders op rij met echte power bouwde Chrysler in het verleden ook: in 1971 zette de Australische divisie de Valiant Charger R/T E49 met een 302 pk sterke 4,3 liter Hemi Six op de markt. Die auto was echter bedoeld als homologatiespecial voor de befaamde Bathurst 1000. Het werd meteen de sterkste zescilinder productieauto ter wereld, totdat Porsche doorhad hoe je een turbo aan een 911-motor kon plakken.

Viercilinder?!

Door de eliminatie van de V6 én de minst krachtige V8 is de kans groot dat de GME T6 Challenger een kleiner broertje met slechts vier pitten onder de kap krijgt. Bij aartsrivalen Ford Mustang en Chevrolet Camaro zijn viercilinders immers doodnormaal. Bovendien verkocht Dodge tussen 1978 en 1983 al een viercilinder Challenger, al was dat een haastig omgekatte Mitsubishi Sapporo.

Kies je vergif

Wat er precies zal gebeurden met de 392 HEMI, de 6,4 liter tussen de 5.7 en de Hellcats, is niet duidelijk. Aangezien die motor veel deelt met de mindere 5.7 zal er voor de 392 waarschijnlijk ook geen plek meer zijn. De toekomstvisie van Stellantis is dus duidelijk: musclecarmerk Dodge zal in de toekomst geen enkele traditionele muscle car gaan bouwen. Zescilinder of elektromotor, kies je vergif.