Vijf Formule 1 special editions van doodgewone auto's

De binding tussen straatauto's en de Formule 1 is niet erg sterk, maar deze vier fabrikanten maakten het wel erg bont met hun speciaaltjes. Van minuscule hatchbacks tot enorme SUV's, alles kreeg een F1-label mee.

Vijf Formule 1 special editions van doodgewone auto's

Eerder schreven we nog over de lachwekkende Mercedes-Benz A160 Edition Häkkinen, een lullige bejaardenbak zonder enige sportieve aspiraties die de livery van McLarens' titelwinnende F1-racers meekreeg. Mercedes was echter niet de enige die aan dit soort cynische marketing deed. Hier zijn nog vijf omgekatte auto's die belachelijk weinig met de koningsklasse van de autosport te maken hebben.

1. | Honda Civic VTi-S Jordan '99

De EK-generatie van de Honda Civic is nog steeds geliefd als tegenhanger van de Volkswagen Golf op de parkeerplaats van elke Mickey D's. En daar zijn goede redenen voor: zoals je van een Honda uit die periode verwacht zijn de motoren lekker fel, schakelt de bak lekker strak en kun je er prima mee de hoek om. In absolute standaard vorm heb je echter niet veel street cred met een Civic.

Dat vonden ze bij Honda ook. Om de auto wat op te fleuren kwam er daarom de Jordan. De auto was gebaseerd op de VTi, het topmodel in Europa. De brute Type R werd hier helaas nooit origineel geleverd. De Jordan was een eerbetoon aan de samenwerking tussen Mugen-Honda en het Jordan Grand Prix team, dat in 1998 officieel van start ging. Afgezien van de bijzondere wielen, de felgele kleur een subtiele bodykit en de Jordan-stickers was er van buiten echter weinig af te zien aan de auto.

Dat was in het interieur wel anders. De gele kleur werd doorgezet in het lederen interieur, de pookhoes en de deurpanelen. Bovendien was het 'Buzzin Hornets' symbool te ontdekken op de stoelen en de vloermatten. Jordan had het logo in gebruikt genomen nadat sponsor Benson & Hedges begon te lijden onder lokale verboden op tabaksreclame. De Honda Civic VTI-S Jordan bood dezelfde 1,6 liter viercilinder met 160 pk als het standaard model. Met een hangeschakelde vijfbak was de 100 te bereiken in ongeveer acht seconden. Er werden uiteindelijk slechts 500 Civic Jordans gebouwd.

2. | Fiat Stilo Michael Schumacher Limited Edition '05

Met de Stilo raakte volumemerk Fiat in een diep dal. Volgens de pers was de auto te zwaar, de styling te saai en de meeste motoren veel te dorstig en zwak. Tegelijkertijd liep Fiat-telg Ferrari met dank aan ene Michael Schumacher met de ene na de andere wereldtitel weg vanaf het moment dat de Stilo in productie ging. De link was dus snel gemaakt: roep die Duitse knakker met z'n scherpe kin even, we hebben wat auto's te verkopen.

Zo verscheen na Michael's vijfde titel op rij voor Ferrari in 2005 de Fiat Stilo Michael Schumacher Limited Edition. Het model verving de Abarth als topper van de Stilo-familie en had dezelfde 170 pk-sterke 2,4 liter vijfcilinder onder de kap. Voor zuinige F1-fans was er echter ook een 1,9 liter JTD diesel met 150 pk. Beide varianten kregen de originele Rosso Corsa kleur van Ferrari, speciale wielen en een subtiele bodykit mee.

Ondanks een lollige reclame met Der Michael en Ruben Barrichello hielp het omkatten van de Stilo Abarth niet veel. De tegenvallende prestaties hadden daar ongetwijfeld iets mee te maken: de vijfcilinder deed de standaard sprint in 8,5 seconden, drie tienden sneller dan de diesel. Er werden uiteindelijk 3,500 Schumacher Stilo's geproduceerd, waarvan 200 voor de Britse markt, maar de verkopen vielen alsnog tegen. Met de Stilo had Fiat het begin van het einde al ingezet.

3. | Rover 200 BRM '98

In 1994 nam BMW de touwtjes in handen bij de ploeterende Rover Group. Toevallig waren de Britten net de ontwikkeling van hun nieuwe compacte hatchback aan het afronden: de derde generatie Rover 200. Om het merk uit het koffie en gebak imago te halen stelde BMW voor om de 200 een sportieve versie mee te geven met een link naar de autosport. Als voorbeeld diende de Clio Williams, een spannende hot hatch die via een F1-link het imago van het Franse merk opgevijzeld had.

Rover had echter geen relatie met een actief Formule 1 team, dus het merk had geen andere keuze dan het lijk van British Racing Motors op te graven. In 1963 had Rover met het team namelijk een experimentele turbineracer gebouwd. Na een enkele F1-titel was BRM echter al in 1977 op de fles gegaan. De mensen die zich BRM konden herinneren waren dus niet de jeugdige kopers die Rover zocht.

De 200 BRM viel meteen op vanwege de oranje lipstick rond de grille, een verwijzing naar BRM's Grand Prix-wagens. Afgezien van een nieuw setje wielen en het traditionele Brooklands Green bleef de auto echter bescheiden. De 145 pk-sterke 1,8 liter viercilinder uit de MG F en Lotus Elise bleef zelfs onaangeraakt, aangezien het vermogen dicht genoeg bij dat van de Clio Williams lag. De aandacht ging meer uit naar de ophanging, de remmen en de toevoeging van een Torsen-differentieel.

De meest drastische aanpassingen waren te vinden in het interieur. De 200 was aangekleed in de stijl van de sixties met dik rood leer, aluminium en chroomaccenten en klassiek opgezette tellers. De liefdesbrief aan de sportwagens van weleer maakte de Rover echter schreeuwend duur, waardoor het tot 2001 duurde voordat alle 1.145 exemplaren verkocht waren. Tegen die tijd was BMW alweer vertrokken. Op eigen kracht wist de herboren MG Rover Group het nog vier jaar uit te zingen.

4. | Fiat Seicento Sporting Michael Schumacher World Champion Edition '01

Nog voor de Stilo probeerde Fiat wat Michael-magic bij de populaire Seicento. De Michael Schumacher World Champion Edition vierde de eerste titel van de grootmeester onder de vlag van Ferrari. Het model was gebaseerd op de Sporting, een auto die z'n naam maar moeilijk kon waarmaken. Ten opzichte van de standaard Seicento had de Sporting een 1,1 liter in plaats van een 0,9 liter viercilinder. Het vermogen kwam uit op een slordige 54 pk. Nul naar honderd deed je in minimaal 13,8 seconden. Echt hard ging het natuurlijk nooit.

Fiat deed bij de Seicento zelfs nog minder moeite dan ze later zouden doen bij de Stilo. De MSC-versie kreeg naast Schumacher-labels en een nummerplaatje de bestaande Abarth-bodykit en een ABS-systeem mee. De productie van het kleine F1-monstertje werd beperkt tot 5000 exemplaren. Uiteraard werd ook voor de Seicento een ludieke reclame met the Michael bedacht.

5. | Infiniti FX50 Sebastian Vettel '13

Oke, zo doodgewoon is dit niet. Een Infiniti is toch weer even wat anders dan een kleine Italiaanse hatchback. Toch konden we dit bizarre, maar grotendeels vergeten apparaat niet overslaan. In 2012 kreeg op dat moment tweevoudig wereldkampioen Sebastian Vettel van Red Bull's titelsponsor een forse FX50 SUV in de handen gedrukt. De sympathieke Duitser werd verteld de auto aan te passen op zijn eigen smaak. Met behulp van Red Bull's ontwerpers 'creëerde' Seb een functionele bodykit die dertig procent meer downforce ontwikkelde. Bovendien liet hij de ophanging en remmen aanpassen.

Het ging echter verder dan een dakspoiler en een van de F1 afgeleid remlichtje in de diffuser. De vijfliter V8 werd voor de gelegenheid opgekieteld van 390 naar 420 pk. Vervolgens werden hoogste twee versnellingen van de zeventraps automaat langer gemaakt. Volgens Infiniti waren de aanpassingen goed genoeg van nul naar honderd te knallen in 5,6 seconden en door te stomen naar een top van bijna 300 kilometer per uur. Er werden slechts 200 exemplaren gemaakt van de unieke super-SUV. Per stuk moesten ze een pijnlijke €210.000 euro opbrengen.

Achtergrond
  • Renault, Fiat, Collecting Cars, Rover, Ford, Infiniti