De Formule 1 zit als sport al een tijdje in een vreemde spagaat. Met de komst van de turbo-hybrides in 2014 wilde de sport een goed figuur slaan door mee te werken aan een beter milieu. De focus leggen op zuinigheid en efficiëntie in een sport die bekend staat om sprint races van een paar uur viel echter niet altijd even goed bij de fans.
Niet houdbaar
Daarbij werden er vraagtekens gezet bij de impact van de motoren vergeleken met de enorme uitstoot die de F1 genereert door de hele wereld over te reizen en enorme fabrieken runnend te houden. Als sport verloor de Formule 1 bovendien spektakel in de vorm van geluid en werd de drempel om als nieuwe fabrikant of team toe te treden steeds hoger.
Eindeloos aanmodderen met een motorconcept dat door groene organisaties toch al als gedateerd wordt gezien en voor de meeste fabrikanten niet te betalen is lijkt niet langer houdbaar. De roep om simpelere, goedkopere motoren is de laatste tijd alleen maar sterker geworden. Zoals altijd lijkt het bij de FIA echter compleet de andere kant op te gaan.
Nog meer hybride
Een groot onderdeel van de voorstellen over de nieuwe motorregels is het voornemen om CO2-neutraal te worden. Aangezien accu's geen optie zijn wordt er maximaal ingezet op de productie van organische en synthetische brandstoffen, de zogeheten e-fuels. Door het gebruik van dit soort brandstoffen kan de 1,6 liter turbo V6 in ieder geval nog even blijven.
Van de gehoopte versimpeling blijft er echter niet veel over: de gehate MGU-H gaat niet weg. Er zal juist meer ingezet worden op elektrisch vermogen. Gilles Simon, FIA technisch directeur voor motorontwikkeling, wil een systeemvermogen van 800 kW (1087 pk) bereiken. De helft van dat vermogen moet door de elektrische systemen worden opgewekt. Ter vergelijking: de moderne Power Units produceren ongeveer 550 kW (750 pk) via de V6 en 120 kW (160 pk) uit het elektrische gedeelte.
Vierwielaandrijving
Het toegenomen elektrische vermogen moet het verbruik met 30% verminderen, zonder een negatief effect te hebben op de prestaties. Om dit te kunnen bewerkstelligen moet er veel meer energie teruggewonnen gaan worden. Het enkele Energy Recovery System op de achteras is dan niet meer voldoende.
Daar komt bij dat de FIA over wil stappen naar carbon-keramische remmen die voor minder vervuilende deeltjes zorgen. Een prima streven, maar die remmen kunnen de belasting niet aan. ERS-systemen toevoegen op de vooras om de belasting te spreiden lijkt dus de enige optie.
De ERS-systemen werken met een Motor Generator Unit: een kruising tussen een dynamo en een elektromotor. Met zo'n MGU kun je dus niet alleen terugwinnen, maar ook aandrijven. FIA technisch directeur Pat Symonds geeft de voorzet: "Als je terugwinning hebt op de voorwielen is het logisch dat je ze aan gaat drijven." Vierwielaandrijving is sinds 1982 verboden in de F1 en werd voor het laatst gebruikt bij een Grand Prix in 1971.
Tegenstrijdig
Terwijl ze de sport aan het begraven zijn onder politiek en complexe technologie oppert de FIA nog even dat ze de uitdaging en het spektakel van de sport niet willen verminderen. Het is niet de bedoeling dat de auto's op rails lijken te rijden, aldus Symonds: "Maar we moeten onszelf eraan herinneren dat we een sport zijn, Ik wil niet zien dat ze op rails door de bochten gaan. Bij het begin van het project werkten onze simulaties met aandrijving op de voorwielen, maar alleen wanneer de zijwaartse acceleratie beneden een bepaald niveau was."
Volgens Symonds moeten we denken aan systemen zoals bij de Le Mans prototypes, waarbij de voorwielen pas vanaf 120 kilometer per uur mee beginnen te doen. We hebben echter juist in die serie gezin wat het kan doen met een klasse als de budgetten en de technische complexiteit de spuigaten uit lopen. Tot zover zijn we er niet van overtuigd dat de FIA een houdbaar plan heeft voor de toekomst. Naar de wensen van de fans, teams en potentiële motorleveranciers wordt wederom duidelijk niet goed geluisterd.
- Formula 1, Mercedes Petronas F1