F1 motorregels: viercilinder krijgt steeds meer steun

Na acht seizoenen onder de V6 turbo-hybride formule maakt de Formule 1 zich op voor een nieuwe generatie. Vanaf 2025 moet het allemaal compleet anders: nog efficiënter en nog schoner, maar ook spannender en goedkoper.

De gigantische kosten en complexiteit van de huidige formule hebben het moeilijker dan ooit gemaakt voor een nieuwe fabrikant om bij te springen. Om de toekomst van de sport te kunnen garanderen moet die drempel omlaag, zonder de ecologische doelen van de F1 uit het oog te verliezen.

Breekpunten

Hoe al die doelen eigenlijk bereikt moeten gaan worden weet niemand. Na meerdere gesprekken tussen de FIA, Formule 1, Mercedes, Ferrari, Renault, Red Bull, Porsche en Audi zijn er nog steeds geen concrete afspraken gemaakt. Bij de laatste bespreking op 29 juli werd nogmaals duidelijk dat er meer breekpunten tussen de fabrikanten zijn dan raakvlakken.

Buiten de noodzaak voor een duurzaam concept met een hybride element kunnen de partijen het maar niet eens worden. Twee van de grootste struikelblokken zijn de ideeën voor een nieuw hybride-systeem (met eventueel vierwielaandrijving) en het format van de verbrandingsmotor. Hierdoor zijn twee duidelijke kampen ontstaan: Team V4 en Team V6.

Team V4

De grootste groep binnen de vergaderingen. Naast de afgevaardigden van VAG vinden we hier Red Bull en Ferrari. Alle vier zijn ze voor een nieuw start in de sport, waarbij elementen als meer entertainment en een sterkere link met de moderne auto-industrie een rol spelen.

Red Bull

In de jacht op hun eerste titel sinds 2013 ziet Red Bull Racing zich nog tot en met 2022 gesteund door motorpartner Honda, maar het team werkt al hard aan het neerzetten van een eigen Powertrains divisie. Een frisse start waarbij iedereen weer vanaf nul begint komt voor RBR dus prima uit. Bovendien verklaarde teambaas Christian Horner dat het onmogelijk zou zijn om de prijs de huidige V6 onder de twee miljoen dollar te krijgen. Met de voorgestelde budget cap van 100 miljoen per jaar zouden de motoren tegen 2025 onrendabel worden. Starten met een schone lei zou de enige manier zijn om met een daadwerkelijk goedkoper motorconcept te kunnen komen. Daarbij moeten de motoren meer toeren en meer geluid gaan maken om het interessant te houden.

Audi/Porsche

De sportieve merken van de Volkswagen Group zien niet als Red Bull graag dat het speelveld schoongeveegd wordt. Het zou weinig zin hebben om met een kersverse motor de strijd aan te gaan met ontwerpen waar tegen die tijd al twaalf seizoenen aan geschaafd is. VAG zet daarnaast in op synthetische eco-brandstoffen, maar wil ondanks de schonere peut toch kleinere motoren. Volgens Helmut Marko zou de overstap naar een viercilinder hoog op de agenda staan bij het concern.

Ferrari

Dat de Italianen van de V6 af willen is geen verrassing. De Scuderia kreeg in 2019 de deksel op de neus toen bleek dat er in ieder geval dat jaar gesjoemeld werd met de door de FIA verplichte fuel flow meter. Officieel is er uiteraard niets bevestigd, maar het flinke verlies aan snelheid in een rechte lijn vanaf de Grand Prix van Amerika sprak boekdelen. Ferrari's vorm is na een dramatisch 2020 stilaan verbeterd, maar toch staat het team 'open voor een nieuwe start met een viercilinder'. Daarbij zou de link met straatauto's en het gebruiken van e-fuels centraal staan.

Team V6

Hier vinden we conservatievelingen Mercedes en Renault, maar om twee heel verschillende redenen.

Mercedes

De motivatie van de Duits-Britse formatie is overduidelijk: het team wist meteen in 2014 de beste Power Unit te bouwen en heeft die voorsprong nog altijd niet uit handen gegeven, ondanks sterke concurrentie van Honda dit seizoen. Afstappen van de V6 zou in één klap dat voordeel wegnemen. In plaats daarvan zet teambaas Toto Wolff liever in op meer elektrificatie. Mercedes is immers ook sterk op het gebied van de hybride elementen. Meer elektrisch is volgens Wolff wat de fans willen zien.

Renault

Bij Renault/Alpine hebben ze eigenlijk het omgekeerde probleem. De Fransen deden er bijzonder lang over om hun motorconcept aan de praat te krijgen en zien er daarom niks in om al dat harde werk weg te gooien. Het merk rijdt dit seizoen zelfs rond met een motor uit 2019 om voor 2022 een enorme inhaalslag te kunnen maken.

Alpine teamchef Marcin Budkowski vindt dat de overstap naar viercilinders buiten proportie is: "Het heeft weinig zin om met een concept te komen waarbij drie bedrijven [Mercedes, Renault, Ferrari] benadeeld worden, alleen om een enkel bedrijf erbij te krijgen. Als we CO2-neutrale brandstoffen hebben, dan hebben we geen viercilinders nodig. De V6 is er al. Waarom zouden we het wiel opnieuw uit gaan vinden?

Budkowski neemt daarin precies het tegenovergestelde standpunt als zijn voorganger Cyril Abiteboul, die zich openlijk afvroeg of de V6 turbo-hybride eigenlijk nog wel zin had.

Hybride

Voorlopig worden de partijen het dus niet eens, ook niet over het hybride element. Gek genoeg zitten de twee kampen in de discussie over de verbrandingsmotoren bij dit vraagstuk opeens weer op een andere plek.

Meer elektrisch

Mercedes staat alleen met de wens om de peperdure, ingewikkelde en totaal irrelevante MGU-H t behouden, maar is bereid om met Ferrari mee te gaan in het idee om in plaats daarvan de vooras voor de terugwinning van energie te gaan gebruiken. De systemen op de achteras hebben immers hun piek bereikt en energie terugwinnen via de voorremmen wordt al een tijdje gedaan in straatauto's. De positie van Audi en Porsche is nog niet duidelijk, maar gezien de fanatieke campagne van moederbedrijf Voltswagen Volkswagen mogen we aannemen dat de Duitsers graag meer stroom zien.

Minder elektrisch

Aan de andere kant vinden we Red Bull, dat helemaal geen heil ziet in het uitbreiden van het elektrische gedeelte. Het liefst zien ze de MGU-H ook gaan. Het ecologische, duurzame element moet volgens hen komen van het gebruik van duurzame brandstoffen. Wat daar dan voor hybride element aan vastzit is bijzaak, als het maar niet te duur wordt. De Oostenrijks-Brits-Thaise formatie krijgt hierin juist weer bijval van Renault. Volgens Budkowski is een ERS-vooras veel te complex en te kostbaar: "[ERS op de vooras] betekent een enorme ombouw van de auto, meer gewicht en meer kosten."

Einde van de zomer

De felle discussies en duidelijke tegenstellingen zijn een doorn in het oog van de FIA en Formula One Management. De organisaties zijn zich ervan bewust dat er zo snel mogelijk een knoop doorgehakt zal moeten worden. Dwarsliggen om hun doelen te kunnen bereiken hoeven de fabrikanten echter niet te proberen.

Als er voor het einde van de zomer nog geen overeenstemming is kan de organisatie zelf reglementen opstellen waar de partijen zich maar aan dienen te houden. De FIA en FOM worden hierin gesteund door de in 2025 aflopende Concorde Agreement, de overeenkomst tussen de teams, fabrikanten en de organisatie. Zonder geldige Concorde Agreement hebben de teams geen inspraak in de sport. Dit geeft de FIA en FOM de kans om een breekijzer achter het proces te zetten. Wordt vervolgd.